Wie regelmatig langs het fietspad aan de Beukenlaan tussen Sint-Denijs-Westrem en Gent-Sint-Pieters fietst, had het al opgemerkt. De jonge beuken langs het pad hebben het zwaar, en verschillende zijn reeds afgestorven. In de pers vernamen we dat de Groendienst dit ook opgevallen was, en werden er deze zomer al vijf bomen vervangen. Bijkomend gaf men aan dat beuken op deze locatie vanaf de winter zouden vervangen worden door zomereiken, omdat deze beter bestand zijn tegen de droogte.
Vanuit onze fractie stelden we al eerder vragen over de zorg voor onze straatbomen in de zomer, het zijn immers de airco's van onze wijken. Uit uw eerdere antwoord blijkt ook dat het doel van de Groendienst is deze te behouden, en zo min mogelijk te vervangen. Om via allerlei maatregelen de jonge aanplant optimaal overlevingskansen te bieden. De realiteit van de harde zomers zorgt ervoor dat de stad deze doelstelling niet altijd kan behalen.
1) De situatie langsheen de Beukenlaan is er één die vrij extreem is. Tot meerdere keren toe moesten de bomen reeds vervangen worden. Is dit een trend die we zien op meerdere locaties, of enkel specifiek voor deze locatie?
2) Wanneer wordt besloten om over te gaan naar een andere vegetatiesoort? Had bijvoorbeeld in dit geval de overslag al eerder gemaakt kunnen worden?
3) Beuken en zomerlindes zijn bomen die het in de toekomst vaker moeilijker zullen hebben, zij zijn niet aangepast aan het verhoogde aantal hittegevolgen. Zullen deze soorten voortaan anders worden ingezet in onze stad en zo ja, hoe?
In antwoord op uw vragen kan ik u het volgende meegeven:
1. De situatie langsheen de Beukenlaan is er één die vrij extreem is. Tot meerdere keren toe moesten de bomen reeds vervangen worden. Is dit een trend die we zien op eerdere locaties, of enkel specifiek voor deze locatie?
De groendienst merkte de voorbije jaren overal een toename in de ‘inboet’, het moeten vervangen van recent aangeplante bomen. De oorzaak ligt in de tendens naar een lagere hoeveelheid neerslag in het voorjaar en de langdurige droogteperioden en hittegolven gedurende de zomermaanden. Jonge bomen ervaren tijdens de eerste jaren na aanplant veel stress. Ze verliezen een significant percentage van hun wortels bij het verplanten naar hun nieuwe standplaats. De bomen moeten zich daarna aanpassen aan een nieuwe bodem en omgeving én moeten investeren in wortelgroei om het opgelopen verlies te compenseren. Het wortelverlies maakt hen echter kwetsbaarder voor droogte. Met minder wortels kan een boom namelijk minder water en voedingsstoffen opnemen.
Een van de maatregelen die de Groendienst daarom neemt is het aanplanten van soorten die beter bestand zijn tegen droogte, zoals hier ook in de Beukenlaan gebeurde.
2. Wanneer wordt besloten om over te gaan naar een andere vegetatiesoort? Had bijvoorbeeld in dit geval de overslag al eerder gemaakt kunnen worden?
Doorgaans probeert de Groendienst tweemaal dezelfde boomsoort aan te planten. Indien blijkt dat ook de tweede poging mislukt, wordt normaal een andere soort overwogen. In de Beukenlaan werden uiteindelijk drie pogingen ondernomen om beuk aan te planten.
3.Beuken en zomerlindes zijn bomen die het in de toekomst vaker moeilijker zullen hebben, zij zijn niet aangepast aan het verhoogde aantal hittegevolgen. Zullen deze soorten voortaan anders worden ingezet in onze stad en zo ja, hoe?
De Groendienst plant nauwelijks of geen solitaire beuken meer aan in straten of lanen. De soort wordt wel nog geplant in parken, grote groenzones of bossen: locaties waar de bomen in groepsverband kunnen aangeplant worden en dus meer schaduw genieten en waar de omstandigheden meer garanties geven voor hun overleven.
Het gebruik van lindes wordt op dit moment niet in vraag gesteld. Maar omdat winterlinde iets beter bestand is tegen bv. droogte en kortstondige overstroming opteert de Groendienst nu vaker voor winterlinde dan voor zomerlinde.
di 27/02/2024 - 09:04