Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 77, laatste lid
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 184, §3
Besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen, artikel 2, §2 , 2°
Gemeenteraadsbesluit van 23 april 2007 tot invoering van het Reglement betreffende de tewerkstelling van het kabinets- en fractiepersoneel en latere wijzigingen
Op 5 juni 2007 keurde de raad voor maatschappelijk welzijn het besluit tot vaststelling van het reglement betreffende de tewerkstelling van het kabinets- en fractiepersoneel goed. Dit besluit was gebaseerd op het gemeenteraadsbesluit van 23 april 2007 tot invoering van het reglement betreffende de tewerkstelling van het kabinets- en fractiepersoneel.
Volgens artikel 184, § 3, van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en artikel 2, § 2, 2° van het Besluit van de Vlaamse regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen, komt het de gemeenteraad toe te bepalen welke bepalingen in de rechtspositieregeling van toepassing zijn op het kabinets- en fractiepersoneel.
Er kan geen kabinets- en fractiepersoneel meer exclusief terbeschikkinggesteld worden van de raad voor maatschappelijk welzijn, noch van het vast bureau.
Omdat de raad voor het maatschappelijk welzijn niet langer bevoegd is om voor het kabinets- en fractiepersoneel nog een beslissing te nemen, verdient het omwille van de rechtszekerheid aanbeveling de huidige regeling voor het openbaar centrum voor maatschappelijk werk op te heffen zodat het besluit uit het rechtsverkeer kan worden genomen.
Keurt goed de opheffing van het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 5 juni 2007 houdende vaststelling van het reglement betreffende de tewerkstelling van het kabinets- en fractiepersoneel en alle latere wijzigingen.