Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 24 en 42.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.
Het college van burgemeester en schepenen geeft geen advies.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
BIO-INCUBATOR ZWIJNAARDE BV met als contactadres Karel van de Woestijnestraat 3, 9000 Gent heeft een aanvraag (OMV_2024055051) ingediend bij de deputatie op 29 mei 2024.
De aanvraag omgevingsvergunning van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit handelt over:
• Onderwerp: het veranderen van een inrichting voor wetenschappelijk onderzoek
• Adres: Technologiepark-Zwijnaarde 30, 9052 Gent
• Kadastrale gegevens: afdeling 24 sectie B nr. 87E
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 26 juni 2024.
De deputatie heeft het college van burgemeester en schepenen om advies gevraagd op 26 juni 2024.
De aanvraag volgde de gewone procedure.
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 16 juli 2024.
OMSCHRIJVING AANVRAAG
1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT
Het betreft het veranderen van een inrichting voor wetenschappelijk onderzoek.
Op 14 maart 2024 werd de omgevingsvergunninng van Devgen NV met referentie OMV_2020012184 overgedragen naar de vennootschap Bio-Incubator Zwijnaarde BV met referentie OMV_2024010792. De huidige omgevingsvergunningsaanvraag betreft een wijziging van de omgevingsvergunning van Bio-Incubator Zwijnaarde BV met referentie OMV_2024010792.
Volgende rubrieken worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
4.3.b)1°ii) | inrichtingen waarin bedekkingsmiddelen worden aangebracht met een maximaal gehalte aan vluchtige organische stoffen, zoals conform de EG-richtlijn 2004/42/EG, bepaald in bijlage 2A en 2B van het koninklijk besluit van 7 oktober 2005 inzake de reductie van het gehalte aan vluchtige organische stoffen in bepaalde verven en vernissen en in producten voor het overspuiten van voertuigen (voetnoot zie achteraan bijlage 1), met een geïnstalleerde totale drijfkracht van: 5 kW tot en met 25 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan het industriegebied, vermeld in i) | 1 spuitcabine met een geïnstalleerde drijfkracht van 6 kW | klasse 3 | Nieuw | 6 kW |
4.4. | inrichtingen voor het thermisch behandelen (bij 100° C of meer) van voorwerpen bedekt met bedekkingsmiddelen - inwendig volume van de ovens > 0,25 m³ | 2 ovens voor thermische behandelen van voorwerpen met inwendig volume van respect. 324 en 700 liter | klasse 2 | Nieuw | 1,024 m³ |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioningsinstallaties (meer dan 200 kW) | Vermindering van het vermogen met 22 kW door buitendienststelling van frigo's, diepvries- en koude kamers | klasse 2 | Verandering | -22 kW |
24.3. | laboratoria die biologische, scheikundige, of organische bedrijvigheid uitoefenen met het oog op opzoekingen, proeven, analyses, toepassing of ontwikkeling van producten, kwaliteitscontrole op producten, en waar afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken wordt gegenereerd | Vermindering van de oppervlakte van de laboratoria | klasse 2 | Verandering | -40 m2 |
39.1.1° | stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren (waterinhoud van 25 l tot en met 500 l) | Vermindering van aantal autoclaven met 211,8 liter | klasse 3 | Verandering | -211,8 liter |
51.1.2° | activiteiten (maximaal risiconiveau 2) waarbij organismen genetisch worden gemodificeerd, of waar dergelijke genetisch gemodificeerde organismen worden gekweekt, opgeslagen, getransporteerd, vernietigd, verwijderd of anderszins gebruikt | Vermindering van de oppervlakte van de laboratoria voor ingeperkt gebruik met 40 m2. | klasse 1 | Verandering | -40 m2 |
51.2.1° | activiteiten waarbij doelbewust pathogene organismen worden gekweekt, opgeslagen, getransporteerd, vernietigd, verwijderd of anderszins gebruikt (maximaal risiconiveau 2) - andere dan rubriek 51.1 | Vermindering van de oppervlakte van de laboratoria voor ingeperkt gebruik met 40 m2. | klasse 1 | Verandering | -40 m2 |
Volgende rubrieken zijn ongewijzigd:
12.2.2° | 1 transformator met een individueel nominaal vermogen van 1250 kVA | 1250 kVA
17.1.2.1.2° | Totale opslag van 1756 liter gassen in flessen: 1656 liter stikstof (N2) en 100 liter koolstofdioxide (CO2) | 1756 liter
17.3.2.1.1.1°b) | Opslag van 1,999 ton diesel in een bovengrondse, dubbelwandige houder van 2400 liter | 1,999 ton
17.4. | Opslag van maximum 5000 kg/liter gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen (kleiner dan 30 kg/liter), zijnde diverse laboratorium chemicaliën | 5000 liter
39.1.2° | 1 Clayton stoomgenerator met individuele inhoud van 1200 liter | 1200 liter
43.1.1°a) | 3 stookinstallaties met een gezamenlijk thermisch vermogenden 1805 kW (2 x 465 kW en 1 x 875 kW) | 1805 kW
Volgende rubrieken zijn niet meer van toepassing:
17.1.2.2.2° | Opslag van stikstof (N2) in een vaste, bovengrondse houder met een inhoudsvermogen van 3345 liter | 3345 liter
Volgende bijstelling van de sectorale voorwaarden wordt aangevraagd:
Artikel: 5.17.4.1.3 §4
Omschrijving: In het kader van de opslag van gevaarlijke stoffen, zoals ingedeeld in rubriek 17 van VLAREM 2, is volgens artikel 5.17.4.1.3 §4, de opslag van de volgende stoffen verboden:
1° methylbromide;
2° dicyaan, cyaanwaterstof (blauwzuur) en zijn zouten (cyaniden);
3° organische cyaanverbindingen (nitrillen).
Bio-Incubator Zwijnaarde wens een bijstelling van de bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van de sectorale milieuvoorwaarden van VLAREM II voor de opslag het chemische product “acetonitrile” (https://echa.europa.eu/nl/substance-information/-/substanceinfo/100.000.760), in afwijking van hoger vermeld artikel uit VLAREM 2.
Motivatie: De bedrijfsactiviteiten omvatten verschillende activiteiten, grotendeels gebaseerd op onderzoek en ontwikkeling, in het domein van de bio-pharmaceutisch en biotechnologisch onderzoek. Tijdens het onderzoek worden verschillende chemische stoffen aangewend in de verschillende onderzoekprocessen. Deze chemische producten zijn essentieel en onmisbaar in het uitgevoerde wetenschappelijke onderzoek (bvb. in chromatografisch onderzoek). Het chemisch product ‘acetonitrille’ wordt als solvent aangewend in het wetenschappelijk onderzoek dat zal worden verricht in de laboratoria. Hierbij wordt eveneens verwezen naar de bijlage “C6 Materialen, grondstoffen en processen” van deze aanvraag.
Het product wordt ondermeer gebruikt bij het opzuiveren van eiwitten en andere organische moleculen, bij de extractie van organische moleculen uit waterige oplossingen of als oplosmiddel. Hierbij wordt heel vaak acetonitrille of mengsels ervan, in andere organische solventen, gebruikt.
Voorstel: Obelisc wenst een maximale opslag te voorzien van 25 liter acetonitrile (Cas nr. 75-05-8), in eenheidverpakkingen van 2,5 liter per fles. In verschillende laboratoria wordt met ontvlambare stoffen, zoals bv. 70% ethanol, isopropyl alkohol, methanol gewerkt. Aangezien acetonitrile eveneens licht ontvlambaar is (categorie 2 ontvlambare vloeistof), wordt voorgeschreven deze, ter vermindering van het brandrisico, in een speciale, hiervoor geschikte brandwerende veiligheidskast op te slaan, die volgens EN 14470-1 zijn getest en is goedgekeurd. De opslag in de Bio-Incubator Zwijnaarde bedrijfsgebouwen zal gebeuren in dergelijke veiligheidskasten, en in overeenstemming met de voorwaarden van VLAREM II artikel 5.17.4, ter bescherming van de werknemer en het milieu, en ter voorkoming van accidentele blootstelling.
2. HISTORIEK
De vergunningverlenende overheid staat in voor de historiek van de inrichting.
BEOORDELING AANVRAAG
3. EXTERNE ADVIEZEN
Wettelijk verplichte externe adviezen worden opgevraagd door de vergunningverlenende overheid.
4. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
4.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg
Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005). De locatie is volgens dit RUP gelegen in Artikel 0: Afbakeningslijn grootstedelijk gebied Gent.
Het project ligt in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'TECHNOLOGIEPARK ARDOYEN - TRAMSTRAAT' (Definitieve vaststelling door de Gemeenteraad op 22 november 2021). De locatie is volgens dit RUP gelegen in zone voor onderwijs en kennisbedrijven.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.
In de aanvraag worden geen stedenbouwkundige handelingen aangevraagd. Er wordt dus aangenomen dat de aanvraag zich situeert binnen de afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen.
Er mogen geen stedenbouwkundige handelingen gebeuren zonder vergunning.
4.2. Vergunde verkavelingen
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.
5. OPENBAAR ONDERZOEK
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 5 juli 2024 tot en met 3 augustus 2024.
Op het moment van opmaak van dit advies werden gedurende dit openbaar onderzoek geen bezwaarschriften ingediend.
6. OMGEVINGSTOETS
Milieuhygiënische en veiligheidsaspecten
Er wordt geen advies gegeven over de milieuhygiënische en veiligheidsaspecten van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen.
CONCLUSIE
Er wordt geen advies gegeven.
De aanvraag wordt beslist door de deputatie (art. 15 van het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014).
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen moet advies uitbrengen bij de deputatie over omgevingsvergunningsaanvragen die door de deputatie worden behandeld (klasse 1 inrichtingen en/of provinciale projecten).
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
Niet van toepassing.
Het college van burgemeester en schepenen geeft geen advies over de omgevingsaanvraag voor het veranderen van een inrichting voor wetenschappelijk onderzoek van BIO-INCUBATOR ZWIJNAARDE bv, gelegen te Technologiepark-Zwijnaarde 30, 9052 Gent.
Er worden geen aandachtspunten meegegeven.