Terug
Gepubliceerd op 11/10/2024

2024_CBS_09614 - OMV_2024082528 K - dossier in beroep - aanvraag omgevingsvergunning voor het slopen van een loods - Londenstraat, Oslostraat en Santospad, 9000 Gent - Voorwaardelijk gunstig advies

college van burgemeester en schepenen
do 10/10/2024 - 09:02 College Raadzaal
Datum beslissing: do 10/10/2024 - 09:09
Goedgekeurd

Samenstelling

Wie is verantwoordelijk voor deze materie?

Filip Watteeuw

Aanwezig

Mathias De Clercq, burgemeester-voorzitter; Filip Watteeuw, schepen; Sofie Bracke, schepen; Tine Heyse, schepen; Astrid De Bruycker, schepen; Sami Souguir, schepen; Bram Van Braeckevelt, schepen; Isabelle Heyndrickx, schepen; Hafsa El-Bazioui, schepen; Evita Willaert, schepen; Rudy Coddens, schepen; Mieke Hullebroeck, algemeen directeur

Afwezig

Liesbet Vertriest, waarnemend adjunct-algemeendirecteur

Secretaris

Mieke Hullebroeck, algemeen directeur

Voorzitter

Sofie Bracke, schepen
2024_CBS_09614 - OMV_2024082528 K - dossier in beroep - aanvraag omgevingsvergunning voor het slopen van een loods - Londenstraat, Oslostraat en Santospad, 9000 Gent - Voorwaardelijk gunstig advies 2024_CBS_09614 - OMV_2024082528 K - dossier in beroep - aanvraag omgevingsvergunning voor het slopen van een loods - Londenstraat, Oslostraat en Santospad, 9000 Gent - Voorwaardelijk gunstig advies

Motivering

Regelgeving waaruit blijkt dat het orgaan bevoegd is

 

Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 59 en 60.

 

Op basis van welke regels (rechtsgronden) wordt deze beslissing genomen?

 

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.

 

Wat gaat aan deze beslissing vooraf?

 

Het college van burgemeester en schepenen geeft voorwaardelijk gunstig advies

 

WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?

 

De heer Ignaas Vandenabeele met als contactadres Gordunakaai 87, 9000 Gent en IMMOTRION NV met als contactadres Gordunakaai 87, 9000 Gent hebben een aanvraag (OMV_2024082528) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 10 juni 2024.

De aanvraag werd op 25 juli 2024 in eerste aanleg door college van burgemeester en schepenen voorwaardelijk vergund.

 

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen werd in beroep gegaan door een adviesinstantie. Op 16 september 2024 werd het beroep volledig en ontvankelijk verklaard.

 

De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen handelt over:

Onderwerp: het slopen van een loods

• Adres: Londenstraat -, Oslostraat  en Santospad , 9000 Gent

Kadastrale gegevens: afdeling 1 sectie A nr. 3417C2

 

 

 

De deputatie heeft het college van burgemeester en schepenen om advies gevraagd op 16 september 2024.

 

ADVIES GEMEENTELIJK OMGEVINGSAMBTENAAR

Er werden drie beroepen ingediend, waarvan slechts 1 volledig en ontvankelijk werd verklaard. Namelijk het beroep ingediend op 22/08/2024, ingediend door de leidinggevend ambtenaar van het Agentschap Onroerend Erfgoed.

 

1.  BESCHRIJVING VAN DE ARGUMENTEN VAN HET BEROEP

1/ passiefbehoudsbeginsel is geschaad

 

2/ het wegschrijven van het passiefbehoudsbeginsel is niet te argumenteren door:  

  • er vroeger in 2003 en 2006 gunstige adviezen van de toenmalige administratie, 
  • het RUP volgens een arrest van de Raad van State in overeenstemming zou zijn met het beschermingsbesluit, 
  • het RUP een verbreding van de openbare weg afdwingt, 
  • de sloop op basis van ruimtelijke motieven aanvaardbaar is, 
  • het verbouwen van de loods conform het RUP niet mogelijk is binnen het bestaand pand, 
  • sloop van de loods de enige manier is “(…) om het gedachtegoed van het RUP en de verkaveling te respecteren (…)”. 

 

3/ geen argumenten in beslissing gegeven dat loods geen erfgoedwaarde heeft 

 

4/ Wijziging van advisering AOE is te verklaren omwille van de nieuwbouw die in 2003 en 2006 werd gerealiseerd. Een nieuwe inplanting in beschermd stadsgezicht is niet wenselijk.

 

5/ de huidige aanvraag ontbreekt informatie en inzicht in de nieuwbouw

 

-> conclusie: motivering van de beslissing van College van Burgemeester en Schepenen is onwettig omdat het art. 4.3.3. van de VCRO naast zich neerlegt. 

 

2.  BEHANDELING VAN DE ARGUMENTEN VAN HET BEROEP

Door de aanvraag te vergunnen heeft het College artikel 4.3.3. van de VCRO niet geschonden. Uit het advies van het Agentschap OE blijkt immers niet dat het passiefbehoudsbeginsel geschaad wordt.

 

Er is geen absoluut sloopverbod in een beschermd stads- en dorpsgezicht. Dat blijkt uit artikel 6.4.7. van het Onroerend Erfgoed Decreet:

“De sloop van een beschermd monument is verboden.
De Vlaamse Regering kan een toelating verlenen voor de gedeeltelijke sloop van een beschermd monument en voor de gehele of gedeeltelijke sloop of voor het optrekken, plaatsen of herbouwen van een gebouw of constructie in een beschermd stads- en dorpsgezicht als dat de erfgoedwaarde ervan niet wezenlijk aantast. De toelating vermeldt de voorwaarden waaronder de sloop en het optrekken, plaatsen of herbouwen van het gebouw of de constructie worden toegelaten.”

 

Nergens in het advies van het Agentschap, noch in het beroepschrift van de leidinggevende ambtenaar, staat dat de sloop van dit gebouw de erfgoedwaarde van het stadsgezicht wezenlijk zou aantasten.


1/ In het beroepschrift werd volgende tekst opgenomen:

“De sites “Tolhuis en Voorhaven” zijn bij M.B. van 20 november 1996 beschermd omwille van de industrieel-archeologische erfgoedwaarde, namelijk omwille van het algemeen belang gevormd door de industrieel-archeologische waarde als voorbeeld van havenaanleg uit de periode 1880-1890 inzonderheid omvattende: waterwerken, gebouwen, kunstwerken, installaties, een specifieke straatverharding en specifieke functionele ruimtelijke organisatie uitgevoerd volgens de toen heersende opvattingen en noden. Dit betekent dus de op 20 november 1996 aanwezige gebouwen binnen de afbakening van het beschermd stadsgezicht.”

 

In 1996 waren er 3 gebouwen die als niet-beschermd gebouw aanwezig waren binnen de afbakening van dit beschermd stadsgezicht. Alle overige panden binnen deze perimeter zijn opgenomen als monument. Van de niet-beschermde gebouwen werden reeds 2 van de 3 loodsen gesloopt (in 2006 en 2018), met gunstig advies van het Agentschap.
Hieruit blijkt dat de loutere aanwezigheid in 1996 van een niet-beschermd gebouw in deze perimeter onvoldoende is om aan te nemen dat dit gebouw erfgoedwaarde heeft die verband houdt met de bescherming als stadsgezicht.

 

Dus in het beroep verwijzen naar de aanwezigheid van de gebouwen sinds 1996 in de afbakening van het beschermd stadsgezicht volstaat niet om aan te tonen dat het passiefbehoudsbeginsel geschaad is.

Bovendien zou er moeten worden aangetoond dat het slopen van het niet beschermde gebouw een wezenlijke schending van de erfgoedwaarde betekent voor dat beschermde stadsgezicht.

Zowel in het advies van het Agentschap als in het beroepschrift is er geen enkele expliciete vermelding van de wezenlijke aantasting van de erfgoedwaarde van het beschermd stadsgezicht, door de sloop van de loods.

 

Het volstaat niet dat het behoud van de loods wenselijk geacht wordt of dat het behoud ervan wordt bepleit omwille van een bepaalde erfgoedwaarde. Het Agentschap moet aantonen dat die erfgoedwaarde van het beschermd stadsgezicht wezenlijk wordt aangetast.

 

Integendeel, door te vragen naar het nieuwbouwproject, na de sloop, geeft het Agentschap zelf aan dat de sloop op zich geen wezenlijke aantasting vormt van het beschermd stadsgezicht.

Daar het Agentschap reeds 2 keer de sloop van andere gebouwen gunstig heeft geadviseerd kunnen we concluderen dat een sloop op zich geen wezenlijke aantasting is van dit beschermd stadsgezicht.

2/ In de vergunningsbeslissing werd door het College op bovenstaande elementen gewezen. Aangezien in punt 1/ aangetoond werd dat het passiefbehoudsbeginsel niet geschonden is, zijn deze elementen aanvullende punten ter ondersteuning van de collegebeslissing om de sloop te vergunnen. Hiervoor verwijzen we naar de aangevochten vergunningsbeslissing.

 

3/ Het is niet aan de vergunning verlenende overheid om een erfgoedadvies te schrijven. Het is echter wel verplicht om een advies te vragen aan het Agentschap, wat gebeurd is.

Het is aan het Agentschap om aan te tonen wat de erfgoedwaarde van het voorwerp van de aanvraag is en of er in dit geval een wezenlijke schending van het beschermd stadsgezicht zou zijn.
 

Het is niet aan het College om -omgekeerd- aan te tonen dat dit gebouw geen erfgoedwaarde zou hebben. Verder is het ook niet de taak van de Deputatie om in beroep de afwezigheid van de erfgoedwaarde aan te tonen.

 

4/ Het is het recht van elke overheid om haar visie of standpunt te wijzigen. Maar de argumenten die nu worden aangebracht zijn onvoldoende draagkrachtig. Deze tonen niet aan dat de voorgaande adviezen en reeds gebeurde sloop van 2 andere gebouwen strijdig zou zijn met het beschermd stadsgezicht.

 

In het beroepschrift wordt toegevoegd dat een grootschalig nieuwbouwvolume op deze plaats niet wenselijk is. Dit toont opnieuw aan dat de sloop potentieel niet strijdig is met het beschermd stadsgezicht. Verder is dit een overbodig standpunt in het kader van de sloop. Nieuwbouw behoort niet tot de aanvraag.

 

5/ Het Agentschap wijst op het ontbreken van een nieuwbouwdossier zodat zij hun beoordeling, over wat er na de sloop in de plaats komt, ten gronde kunnen maken. Ook hier toont het Agentschap weer aan dat de sloop op zich geen wezenlijke schending van het beschermingsbesluit is. Aangezien ze reeds nadenken over het toekomstbeeld, een nieuwbouw.

 

Geen van bovenstaande 5 punten tonen aan dat het College van Burgemeester en Schepenen artikel 4.3.3. heeft geschonden door het gunnen van de aanvraag.


CONCLUSIE

Huidig advies herneemt integraal de inhoud en de motieven van de collegebeslissing in eerste aanleg, met dien verstande dat op de nieuwe argumenten in het beroepschrift aanvullend advies is gegeven onder punt 2 van dit advies.

 

Waarom wordt deze beslissing genomen?

 

 

WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?

 

Het college van burgemeester en schepenen moet advies uitbrengen bij de deputatie over de omgevingsvergunningsaanvraag in beroep die bij de college van burgemeester en schepenen werd ingediend.

 

Communicatie

Niet van toepassing.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

 

Het college van burgemeester en schepenen brengt voorwaardelijk gunstig advies uit over de omgevingsaanvraag voor het slopen van een loods van de heer Ignaas Vandenabeele en IMMOTRION nv, gelegen te Londenstraat -, Oslostraat  en Santospad , 9000 Gent.

 

Artikel 2

De voorwaarden en de opmerkingen uit het collegebesluit van 25/07/2024 worden herhaald.