Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 15.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.
Het college van burgemeester en schepenen verleent de vergunning en legt bijzondere voorwaarden op.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
CWS HYGIENE BELGIE NV met als contactadres Berchemstadionstraat 78, 2600 Antwerpen heeft een aanvraag (OMV_2023156398) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 30 november 2023.
De aanvraag omgevingsvergunning van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit handelt over:
• Onderwerp: het exploiteren van een opslag- en distributiecentrum van toiletartikelen en schoonloopmatten
• Adres: Eugeen Zetternamstraat 28A, 9050 Gent
• Kadastrale gegevens: afdeling 23 sectie B nr. 568W
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 29 februari 2024.
De aanvraag volgde de gewone procedure.
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 8 juli 2024.
OMSCHRIJVING AANVRAAG
1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT
Het betreft het exploiteren van een opslag- en distributiecentrum van toiletartikelen en schoonloopmatten. In de vestiging worden ook damesverbandcontainers gewassen voor herverdeling naar de klanten.
Er worden ongeveer 40 werknemers te werk gesteld.
De inrichting is een onderdeel van CWS groep, die in verschillende landen actief is.
Volgende rubrieken worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
3.4.1°b) | lozen, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen (lijst 2C, VLAREM I) bevat in concentraties hoger dan het indelingscriterium (tot en met 2 m³/u) | Gebruikt water van een industriële horeca vaatwasmachine voor reiniging van de damesverbandcontainertjes (DVC). Het afvalwater van de vaatwasmachine kan afzonderlijk bemonsterd worden. (Analyseresultaten van het afvalwater worden toegevoegd in bijlage) | klasse 2 | Nieuw | 0,083 m³/uur |
15.1.1° | stallen van 3 tot en met 25 autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens | 22 vracht-en bestelwagens + 2 heftrucks | klasse 3 | Nieuw | 24 voertuigen |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 l en 5000 kg of 5000 l | Zie inventaris gevaarlijke stoffen | klasse 3 | Nieuw | 1657 liter |
33.4.2°c) | opslag voor papierdeeg, papier, karton en voor waren uit papier en karton - andere dan rubriek 48 meer dan 20 ton in een lokaal | toiletpapier en vouwhanddoekjes | klasse 2 | Nieuw | 66 ton |
41.5. | opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton | Katoenen handdoekrollen (vuil en proper) | klasse 3 | Nieuw | 30 ton |
Volgende bijstelling van de sectorale voorwaarden wordt aangevraagd:
Er wordt een bijstelling gevraagd van artikel 5.15.06§1 om rustverstorende activiteiten te mogen uitvoeren op werkdagen tussen 6 uur en 19 uur.
Motivatie: De activiteiten van CWS zullen voornamelijk binnen de gebouwen gebeuren maar transportbewegingen hebben uiteraard een impact op de omgeving buiten het gebouw. Transportbewegingen zijn er ook buiten de "normale" werkuren.
Gezien de ligging van de inrichting naast het Moscoubrug en tussen 2 drukke spoorlijnen betekent dit geen overmatige hinder naar de omgeving toe.
Voorstel: In afwijking op artikel 5.15.06§1 mogen er ook transportactiviteiten uitgevoerd worden van tussen 6 uur en 19 uur.
2. HISTORIEK
Volgende vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:
Omgevingsvergunningen
* Op 21/03/2024 werd een weigering afgeleverd voor het aanleggen van een toegangsweg naar een sectionaalpoort van een magazijngebouw (OMV_2023158047).
Stedenbouwkundige vergunningen
* Op 15/04/1999 werd een vergunning afgeleverd voor het plaatsen van twee uithangsborden op de voorgevel (voorstel tot regularisatie). (1999/20077)
3. WIJZIGINGSAANVRAAG
Op 29 mei 2024 werd een wijzigingsverzoek ingediend. Op 31 mei 2024 werd dit wijzigingsverzoek aanvaard en er werd beslist dat er een nieuw openbaar onderzoek gevoerd moest worden. De uiterste beslissingsdatum werd hierdoor verlengd met 60 dagen.
Met dit wijzigingsverzoek werd:
- de oorspronkelijk aangevraagde rubriek 3.4.1°a) (klasse 3) aangepast naar rubriek 3.4.1°b) (klasse 2) gezien er afvalwater met gevaarlijkstoffen hoger dan het indelingscriterium geloosd wordt
- de aangevraagde bijstelling van de werkuren aangepast, in plaats van 6 uur tot 24 uur wordt er aangevraagd van 6 uur tot 19 uur.
BEOORDELING AANVRAAG
4. EXTERNE ADVIEZEN
Volgend extern advies is gegeven:
Voorwaardelijk gunstig advies van VMM (M) Advies Vergunning Afvalwater en Lucht afgeleverd op 25 juni 2024 onder ref. KAGA/BG/TD/122916/51370:
De VMM-Advisering Afvalwater adviseert gunstig voor het lozen van 0,083 m³/uur – 0,6 m³/dag – 166 m³/jaar bedrijfsafvalwater met 2C stoffen op de openbare riolering, mits het naleven van de algemene voorwaarden voor lozing van bedrijfsafvalwater op riool.
Volgende bijzondere voorwaarden zijn van toepassing:
- P tot : 2,5 mg/l (gemeten x 1,5)
- Zn : 0,45 mg/l (gemeten x 1,5)
- Kation. Det. : 1,5 mg/l
- Nonion. Det. : 170 mg/l
- Anion. Det. : 36 mg/l
Het bedrijf dient de nodige aandacht te besteden aan het pH-gehalte van het bedrijfsafvalwater en de nodige maatregelen te nemen om de pH onder 9,5 te brengen.
De concentraties in het effluent van de niet-nominatief in de vergunning genoemde parameters welke bedoeld zijn in lijst 2C van VLAREM II, zijn beperkt tot concentraties opgenomen in de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van art. 3 van bijlage 2.3.1 van VLAREM II. Bij ontstentenis van een indelingscriterium zijn de concentraties beperkt tot de rapportagegrens of tot de bepalingsgrens.
De detergenten die het bedrijf gebruikt, moeten voldoen aan de Verordening van het Europees Parlement en de Raad (nr. 648/2004) betreffende detergenten. Het bedrijf houdt de overeenstemmende MSDS fiches beschikbaar voor de toezichthoudende overheid.
Het bedrijf dient te beschikken over een controle inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters te nemen van het geloosde water, overeenkomstig art. 4.2.5.1.1. van Vlarem II.
Voorwaardelijk gunstig advies van Brandweerzone Centrum afgeleverd op 11 maart 2024 onder ref. 026944-010/MN/2024.
5. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
5.1 Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg
Het project ligt in woongebied volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).
Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.
5.2. Vergunde verkavelingen
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.
6. WATERPARAGRAAF
1. Ligging project
Het project ligt in een afstroomgebied in beheer van Stad Gent. Het project ligt niet in de nabije omgeving van de waterloop.
Volgens de kaarten bij het Watertoetsbesluit is het project:
- niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied voor zeeoverstroming.
- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen vanuit een waterloop (fluviaal).
- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen door intense neerslag (pluviaal).
- niet gelegen in een signaalgebied.
2. Verenigbaarheid van het project met het watersysteem
Droogte
Er wordt drinkwater gebruikt voor laagwaardige huishoudelijke toepassingen (toiletten, schoonmaak, …). Bij de eerstvolgende verbouwing van het gelijkvloerse, waarbij die verbouwing tot gevolg heeft dat het afvoerstelsel van afval-en hemelwater kan aangepast worden, moet voor de laagwaardige huishoudelijke toepassingen overgeschakeld worden op hergebruik van hemelwater (plaatsen van een hemelwaterput met pompsysteem dat hergebruik mogelijk maakt). Zie ook aspect hemelwater.
Structuurkwaliteit en ruimte voor waterlopen
Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.
Overstromingen
Er worden geen wijzigingen aangebracht aan gebouwen, verhardingen, waterlopen of het reliëf. Er wordt geen effect op het overstromingsregime verwacht.
Waterkwaliteit
De lozing van het afvalwater is een ingedeelde activiteit. De impact van de lozing wordt besproken onder het aspect afvalwater. De lozing moet voldoen aan de toepasselijke algemene voorwaarden van Vlarem II (en de bijzondere voorwaarden) waardoor verontreiniging zal voorkomen worden.
Er wordt bodemvreemd materiaal opgeslagen (indelingsplichtig volgens Vlarem II, bijlage 1). De impact van de activiteit wordt besproken onder het aspect bodem en grondwater. De opslag moet voldoen aan de toepasselijke algemene voorwaarden van Vlarem II (en de bijzondere voorwaarden) waardoor verontreiniging zal voorkomen worden.
3. Conclusie
Er kan besloten worden dat voorliggende aanvraag de watertoets doorstaat.
7. PROJECT-M.E.R.-SCREENING
De aanvraag heeft geen milieueffectrapport of project-MER-screening nodig.
8. OPENBAAR ONDERZOEK
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 8 maart 2024 tot 6 april 2024.
Gedurende dit openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend.
Een tweede openbaar onderzoek werd gehouden naar aanleiding van een wijzigingslus van 8 juni 2024 tot en met 7 juli 2024. Gedurende dit openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.
9. OMGEVINGSTOETS
Milieuhygiënische en veiligheidsaspecten
Aspect afval
Op het bedrijf worden verschillende afvalstoffen (pmd, papier en karton, KGA, …) apart ingezameld en opgehaald door een erkende ophaler.
Een afvalstoffenregister wordt bijgehouden.
Aspect afvalwater
Bedrijfsafvalwater
De inrichting ligt in centraal gebied volgens het zoneringsplan van Stad Gent. Het afvalwater wordt geloosd in de riolering van de Eugeen Zetternamstraat die aangesloten is op de RWZI van Gent.
Het afvalwater is afkomstig van één industriële vaatwasmachine voor reiniging van de damesverbandcontainertjes (DVC).
De gebruikte machine is een industriële vaatwasmachine van het merk Hobart zoals ook gebruikt wordt in restaurants.
De katoenen handdoekrollen, katoenen doeken en veegmatten worden extern gewassen.
Het afvalwater van de vaatwasmachine kan afzonderlijk bemonsterd worden.
Voor de lozing van het bedrijfsafvalwater is rubriek 3.4.1.b) met 0,083 m³/uur, 0,6 m³/dag en 166 m³/jaar opgenomen.
Het bedrijf heeft volgende analyseresultaten van het bedrijfsafvalwater bij het dossier gevoegd:
- ZS : 17 mg/l
- pH : 10,2
- geleidbaarheid : 2480 µs/cm
- Cl- : 272 mg/l
- BZV : 690 mg/l
- CZV : 1600 mg/l
- Ptot : 1,73 mg/l
- Ntot : 9,6 mg/l
- As : < 0,005 mg/l
- Cd : < 0,0008 mg/l
- Cr : 0,015 mg/l
- Cu : 0,022 mg/l
- Hg : < 0,0015 µg/l
- Pb : < 0,01 mg/l
- Ni : 0,01 mg/l
- Ag : < 0,001 mg/l
- Zn : 0,287 mg/l
- Kation. Det. : 0,63 mg/l
- Nonion. Det. : 113 mg/l
- Anion. Det. : 24 mg/l
Uit de analyseresultaten blijken overschrijdingen van het indelingscriterium (IC) voor de parameters Ptot, Zn en detergenten, en de algemene norm voor pH.
De gebruikte detergenten voldoen aan de Europese Verordening inzake biologische afbreekbaarheid.
Conform het advies van de VMM bevoegd voor afvalwater, kan gezien het lage lozingsdebiet een hogere norm dan 10 x het indelingscriterium gegeven worden voor de detergenten.
Gezien er geen lozingsnormen aangevraagd worden, wordt op basis van de analyseresultaten conform het advies van de VMM bevoegd voor afvalwater, volgende bijzondere lozingsnormen opgenomen:
- P tot : 2,5 mg/l (gemeten x 1,5)
- Zn : 0,45 mg/l (gemeten x 1,5)
- Kation. Det. : 1,5 mg/l
- Nonion. Det. : 170 mg/l
- Anion. Det. : 36 mg/l
Er kan geen aanpassing van de algemene norm voor de pH gegeven worden door de VMM bevoegd voor afvalwater. Als voorwaarde wordt opgenomen dat het bedrijf de nodige aandacht dient te besteden aan de pH van het bedrijfsafvalwater. De algemene norm voor lozing op riolering voor pH betreft 6 – 9,5. Het bedrijf dient eventueel een pH-correctie toe te passen.
Daarnaast wordt conform het advies van de VMM bevoegd voor afvalwater, volgende voorwaarde als bijzondere voorwaarde opgenomen:
- De concentraties in het effluent van de niet-nominatief in de vergunning genoemde parameters welke bedoeld zijn in lijst 2C van VLAREM II, zijn beperkt tot concentraties opgenomen in de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van art. 3 van bijlage 2.3.1 van VLAREM II. Bij ontstentenis van een indelingscriterium zijn de concentraties beperkt tot de rapportagegrens of tot de bepalingsgrens.
- De detergenten die het bedrijf gebruikt, moeten voldoen aan de Verordening van het Europees Parlement en de Raad (nr. 648/2004) betreffende detergenten. Het bedrijf houdt de overeenstemmende MSDS fiches beschikbaar voor de toezichthoudende overheid.
- Het bedrijf dient te beschikken over een controle inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters te nemen van het geloosde water, overeenkomstig art. 4.2.5.1.1. van Vlarem II.
Huishoudelijk afvalwater
In de vestiging werken 6 administratieve personen, daarnaast zijn er nog 30 chauffeurs die vaak op verplaatsing zijn. Rekening houdend met een verbruik van leidingwater van 15 m³/pers/jaar, is de hoeveelheid jaarlijks te lozen huishoudelijk afvalwater lager dan 600 m³ en is dit niet ingedeeld.
Het huishoudelijk afvalwater wordt geloosd via een septische put op riolering van de Eugeen Zetternamstraat.
Aspect bodem en grondwater
Er wordt 1657 l (reiningsmiddelen, desinfecteer middelen, wasmiddelen ,…) gevaarlijke producten in kleine verpakking opgeslagen onder rubriek 17.4.
De producten staan op lekbakken of in een chemicaliënkluis.
Er is absorptiemateriaal aanwezig.
Aspect hemelwater
Het hemelwater van het bedrijf wordt momenteel nog niet opgevangen en hergebruikt. Bij de eerst volgende verbouwingen dient het hemelwater opgevangen en minimum hergebruikt worden voor het sanitair en onderhoud. Dit wordt als bijzonder voorwaarde opgenomen.
Aspect mobiliteit
Het bedrijf beschik over een twintigtal lichte bestel- en vrachtwagens. Deze rijden 's ochtends uit naar klanten in Oost- en West Vlaanderen en rijden 's avonds terug binnen in het depot (ongeveer 60- tal aan- en afrij bewegingen). De vertrekuren 's ochtends zijn tussen 6 uur en 8.30 uur en het terug binnen rijden is tussen 14 uur en 16.30 uur.
1 à 2 maal per dag wordt er door een grote vrachtwagen de handdoekrollen en schoonloopmatten van en naar de wasserij gebracht (4 aan- en afrij bewegingen).
Aspect wijziging van de voorwaarde
Er wordt een bijstelling op Vlarem III artikel 5.15.06§1 aangevraagd: ‘Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk 4.5. zijn rustverstorende werkzaamheden verboden op werkdagen tussen 19 uur en 7 uur alsmede op zon- en feestdagen, tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit.’ .
De exploitant vraagt om ook transportactiviteiten uitgevoerd worden tussen 6 uur en 7 uur ‘s morgens.
Tijdens plaatsbezoek wordt aangegeven dat enkel de lichte bestelwagens uitrijden, de aanlevering met grotere vrachtwagens is later overdag.
Het laden en lossen van de bestelwagens gebeurt ook binnen in het magazijn, er zijn dus enkel transport activiteiten buiten die voor eventuele hinder kunnen zorgen.
Er wordt ook aangegeven dat er niet op zondag gewerkt wordt.
Gezien er geen klachten gekend zijn van de exploitatie en het slechts een beperkte uitbreiding is van de uren (van 7 uur naar 6 uur) wordt de bijstelling toegestaan van maandag t.e.m. zaterdag voor de lichte bestelwagens.
Aspect energie
Het bedrijf komt in aanmerking voor energiecoaching van de stad Gent. De energiecoach geeft professioneel advies op maat voor zowel renovaties, nieuwbouw of voor een algemene verlaging van het energieverbruik binnen het bedrijf.
Contact en meer info: Energiecoaching@stad.gent of 09 268 23 00 of http://www.stad.gent/energiecoaching. Dit wordt opgenomen als opmerking.
Aspect veiligheid
Opslag papier en textiel
Er wordt 66 ton toilet- en vouwhanddoekjes en 30 ton katoenen handdoekrollen (vuil en proper) opgeslagen.
In de lokalen waar papier, karton en textiel opgeslagen wordt, zijn geen ontvlambare gassen of vloeistoffen opgeslagen en is geen verwarming voorzien met toestellen die een vlam of gloeiend oppervlak vertonen.
In de lokalen waar papier opgeslagen worden mogen geen leidingen met brandbare gassen of ontvlambare vloeistoffen aanwezig zijn. Indien aanwezig moeten volgende preventieve maatregelen genomen:
1. het lokaal is voorzien van een blussysteem dat automatisch in werking treedt bij een brand, of het lokaal is voorzien van een brandalarm dat verbonden is met een permanent bewaakte controlekamer;
2. de leiding met ontvlambare gassen van gevarencategorie 1 of ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1, 2 of 3 volgens de CLP-verordening is voorzien van een afsluiter die de toevoer naar de leiding automatisch afsluit bij een brandalarm. De afsluiter bevindt zich buiten het opslaglokaal;
3. de leiding is zodanig bevestigd of beveiligd dat ze niet beschadigd kan worden bij het laden of lossen van voorwerpen in het lokaal.
Dit wordt als opmerking opgenomen.
Brandweeradvies
Het bepalen en het aanbrengen van de noodzakelijke brandpreventie- en brandbestrijdingsmiddelen dient te gebeuren in overleg met en volgens de richtlijnen van de plaatselijke brandweer. De voorwaarden uit het advies (met referentie 026944-010/MN/2024) van de Brandweerzone Centrum, Afdeling Brandpreventie dienen steeds nageleefd te worden. Dit wordt als bijzondere voorwaarde opgenomen.
CONCLUSIE
De gevraagde omgevingsvergunning is mits voorwaarde milieuhygiënisch, stedenbouwkundig en planologisch verenigbaar met de onmiddellijke omgeving, bijgevolg is het verslag voorwaardelijk gunstig.
Volgende rubrieken worden gunstig beoordeeld:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
3.4.1°b) | lozen, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen (lijst 2C, VLAREM I) bevat in concentraties hoger dan het indelingscriterium (tot en met 2 m³/u) | Gebruikt water van een industriële horeca vaatwasmachine voor reiniging van de damesverbandcontainertjes (DVC). Het afvalwater van de vaatwasmachine kan afzonderlijk bemonsterd worden. (Analyseresultaten van het afvalwater worden toegevoegd in bijlage) | Nieuw | 0,083 m³/uur |
15.1.1° | stallen van 3 tot en met 25 autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens | 22 vracht-en bestelwagens + 2 heftrucks | Nieuw | 24 voertuigen |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 l en 5000 kg of 5000 l | Zie inventaris gevaarlijke stoffen | Nieuw | 1657 liter |
33.4.2°c) | opslag voor papierdeeg, papier, karton en voor waren uit papier en karton - andere dan rubriek 48 meer dan 20 ton in een lokaal | toiletpapier en vouwhanddoekjes | Nieuw | 66 ton |
41.5. | opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton | Katoenen handdoekrollen (vuil en proper) | Nieuw | 30 ton |
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen moet over de ingediende omgevingsvergunningsaanvraag een beslissing nemen.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
Uitvoering
Van deze omgevingsvergunning mag worden gebruikgemaakt als de aanvrager niet binnen vijfendertig dagen, te rekenen vanaf de dag na de eerste dag van de aanplakking, op de hoogte is gebracht van de instelling van een schorsend administratief beroep.
Bekendmaking
De beslissing wordt bekendgemaakt conform Titel 3, Hoofdstuk 9, Afdeling 3 van het Omgevingsvergunningsbesluit.
Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99.
§ 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.
De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.
§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.
Artikel 100.
De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
Artikel 101.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Het college van burgemeester en schepenen verleent onder voorwaarden de omgevingsvergunning voor het exploiteren van een opslag- en distributiecentrum van toiletartikelen en schoonloopmatten aan CWS HYGIENE BELGIE nv (O.N.:0423205456) gelegen te Eugeen Zetternamstraat 28A, 9050 Gent.
De rubrieken voor de inrichting/activiteit CWS HY Gentbrugge met inrichtingsnummer 20230328-0037 beslist het college als volgt:
Vergunde rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
3.4.1°b) | lozen, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen (lijst 2C, VLAREM I) bevat in concentraties hoger dan het indelingscriterium (tot en met 2 m³/u) | Gebruikt water van een industriële horeca vaatwasmachine voor reiniging van de damesverbandcontainertjes (DVC). Het afvalwater van de vaatwasmachine kan afzonderlijk bemonsterd worden. (Analyseresultaten van het afvalwater worden toegevoegd in bijlage) | Nieuw | 0,083 m³/uur |
15.1.1° | stallen van 3 tot en met 25 autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens | 22 vracht-en bestelwagens + 2 heftrucks | Nieuw | 24 voertuigen |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 l en 5000 kg of 5000 l | Zie inventaris gevaarlijke stoffen | Nieuw | 1657 liter |
33.4.2°c) | opslag voor papierdeeg, papier, karton en voor waren uit papier en karton - andere dan rubriek 48 meer dan 20 ton in een lokaal | toiletpapier en vouwhanddoekjes | Nieuw | 66 ton |
41.5. | opslagplaats voor textiel en voor textielwaren met een capaciteit van meer dan 10 ton | Katoenen handdoekrollen (vuil en proper) | Nieuw | 30 ton |
Legt volgende voorwaarden op:
Bijzondere voorwaarde voor de ingedeelde inrichting of activiteit:
Brandweervoorwaarden
Het bepalen en het aanbrengen van de noodzakelijke brandpreventie- en brandbestrijdingsmiddelen gebeurt in overleg met en volgens de richtlijnen van de plaatselijke brandweer. De voorwaarden uit het advies (met referentie 026944-010/MN/2024) van de Brandweerzone Centrum, Afdeling Brandpreventie dienen steeds nageleefd te worden.
Lozing bedrijfsafvalwater
Volgende bijzondere voorwaarden zijn van toepassing:
- P tot : 2,5 mg/l (gemeten x 1,5)
- Zn : 0,45 mg/l (gemeten x 1,5)
- Kation. Det. : 1,5 mg/l
- Nonion. Det. : 170 mg/l
- Anion. Det. : 36 mg/l
Het bedrijf dient de nodige aandacht te besteden aan het pH-gehalte van het bedrijfsafvalwater en de nodige maatregelen te nemen om de pH onder 9,5 te brengen.
De concentraties in het effluent van de niet-nominatief in de vergunning genoemde parameters welke bedoeld zijn in lijst 2C van VLAREM II, zijn beperkt tot concentraties opgenomen in de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van art. 3 van bijlage 2.3.1 van VLAREM II. Bij ontstentenis van een indelingscriterium zijn de concentraties beperkt tot de rapportagegrens of tot de bepalingsgrens.
De detergenten die het bedrijf gebruikt, moeten voldoen aan de Verordening van het Europees Parlement en de Raad (nr. 648/2004) betreffende detergenten. Het bedrijf houdt de overeenstemmende MSDS fiches beschikbaar voor de toezichthoudende overheid.
Het bedrijf dient te beschikken over een controle inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters te nemen van het geloosde water, overeenkomstig art. 4.2.5.1.1. van Vlarem II.
Hergebruik hemelwater
Bij de eerst volgende verbouwingen dient het hemelwater opgevangen en minimum hergebruikt worden voor het sanitair en onderhoud.
Volgende sectorale voorwaarden wordt bijgesteld:
Artikel: 5.15.06§1: In bijstelling van artikel 5.15.06§1 van Vlarem II mogen transportbewegingen plaatsvinden tussen 06.00 en 19.00 met lichte bestelwagens van maandag tot zaterdag. Voor vrachtverkeer wordt geen bijstelling toegestaan.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:
De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven.
Wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten:
Energiecoaching
Het bedrijf komt in aanmerking voor energiecoaching van de stad Gent. De energiecoach geeft professioneel advies op maat voor zowel renovaties, nieuwbouw of voor een algemene verlaging van het energieverbruik binnen het bedrijf.
Contact en meer info: Energiecoaching@stad.gent of 09 268 23 00 of http://www.stad.gent/energiecoaching.
Opslag papier
In de lokalen waar papier opgeslagen worden mogen geen leidingen met brandbare gassen of ontvlambare vloeistoffen aanwezig zijn. Indien aanwezig moeten volgende preventieve maatregelen genomen:
1. het lokaal is voorzien van een blussysteem dat automatisch in werking treedt bij een brand, of het lokaal is voorzien van een brandalarm dat verbonden is met een permanent bewaakte controlekamer;
2. de leiding met ontvlambare gassen van gevarencategorie 1 of ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1, 2 of 3 volgens de CLP-verordening is voorzien van een afsluiter die de toevoer naar de leiding automatisch afsluit bij een brandalarm. De afsluiter bevindt zich buiten het opslaglokaal;
3. de leiding is zodanig bevestigd of beveiligd dat ze niet beschadigd kan worden bij het laden of lossen van voorwerpen in het lokaal.