Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 107.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.
Het college van burgemeester en schepenen neemt akte en legt bijzondere voorwaarden op.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
GROEP BOSSUYT NV met als contactadres Joremaaie 3 bus 102, 9000 Gent heeft een aanvraag (OMV_2024080866) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 1 juli 2024.
De melding van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit handelt over:
• Onderwerp: het exploiteren van een bovengrondse propaangastank van 1750 liter
• Adres: Goedingenstraat 34, 9051 Gent
• Kadastrale gegevens: afdeling 26 sectie A nr. 3H2
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 10 juli 2024.
OMSCHRIJVING MELDING
1. BESCHRIJVING VAN DE GEMELDE INRICHTING OF ACTIVITEIT
De melding omvat de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van de derde klasse.
De melding heeft betrekking op het exploiteren van een bovengrondse propaangastank van 1750 liter.
Volgende rubriek wordt gemeld:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
17.1.2.2.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs, met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot en met 3000 liter | Propaangastank voor huishoudelijk gebruik | klasse 3 | Nieuw | 1750 liter |
2. HISTORIEK
Volgende vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:
Stedenbouwkundige vergunningen
* Op 20/06/1996 werd een vergunning afgeleverd voor het oprichten van een ééngezinswoning met carport en berging. (1996/70047)
* Op 03/02/2005 werd een vergunning afgeleverd voor het overdekken van een bestaand terras. (2004/70153)
* Op 24/01/2008 werd een vergunning afgeleverd voor het vellen van 3 bomen. (2007/70207)
BEOORDELING MELDING
3. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
BEVOEGDHEID
De melding maakt geen deel uit van een vergunningsaanvraag waarvoor de Vlaamse overheid of de deputatie bevoegd is.
ONDERZOEK MELDINGSPLICHT, NIET-VERBODEN KARAKTER EN STEDENBOUWKUNDIGE INPLANTING
De gemelde exploitatie is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
Het project ligt in woonpark volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woonparken zijn gebieden waarin de gemiddelde woningdichtheid gering is en de groene ruimten een verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan. Onder woningdichtheid van een op het plan begrensd gebied wordt het aantal woningen per hectare verstaan.
Het project ligt in het bijzonder plan van aanleg AFSNEE ZUID, goedgekeurd op 2 februari 1989, en is bestemd als zone voor open bebouwing (percelen min 1500m²) en zone voor wegen.
De voorgestelde inrichting of activiteiten zijn in overeenstemming met de voorgeschreven planologische bestemming en de stedenbouwkundige voorschriften – mits de constructie voorzien wordt in de zone voor open bebouwing.
CONCLUSIE
Het college van burgemeester en schepenen van Stad Gent is bevoegd voor de aktename.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden en de inplanting van de inrichting is in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften conform artikel 4.1.1.1 van Vlarem II.
4. OMGEVINGSTOETS
Milieuhygiënische en veiligheidsaspecten
Overeenkomstig het koninklijk besluit van 21 oktober 1968 betreffende de opslagplaatsen voor vloeibaar gemaakt handelspropaan, handelsbutaan of mengsels daarvan in vaste ongekoelde houders dienen volgende wettelijke veiligheidsafstanden gerespecteerd te worden:
- 5 m van elk raam, deur, poort, opening, ventilatie of afvoer in een gebouw,
- 5 m van elk gebouw in brandbare materialen zoals tuinhuis in hout,
- 3 m van elke rioollijn van een andere eigendom of van een openbare weg,
- 1 m van een onbrandbare muur of scherm( 2m hoogte, beton 10cm of baksteen 15cm)
- 1 m vrij ruimte houden rondom de gastank. Deze afstanden worden gemeten in rechte lijn vanaf het dichtste punt van de houder.
Op het situeringspalen dat werd toegevoegd aan de aanvraag wordt de exacte inplanting van de propaangastank niet aangeduid. Er kan bijgevolg niet nagegaan worden of er voldaan wordt aan de afstandsregels. De afstandsregels moeten steeds nageleefd worden. Dit wordt als bijzondere voorwaarde opgenomen.
De nieuwe propaangastank dient voor de ingebruikname, conform artikel 5.17.3.3.16 van Vlarem II, aan een keuring onderworpen te worden. Ter staving van de naleving wordt als bijzondere voorwaarde opgelegd dat het keuringsattest van deze controle op de propaangastank van 1.750 liter binnen de 3 maanden na de ingebruikname moeten bezorgd worden aan de Dienst Toezicht van de Stad Gent (toezicht@stad.gent) met vermelding van het dossiernummer.
Er dient opgemerkt te worden dat overeenkomstig artikel 5.17.3.1.8, §2.van Vlarem II ten minste om de 5 jaar een periodiek onderzoek moet uitgevoerd worden door een milieudeskundige in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen. Dit wordt als opmerking opgenomen.
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag omvat het plaatsen van een propaangastank. De aanvraag omvat geen informatie over de exacte inplanting van deze constructie. In de zone voor woonpark zijn geen constructies toegestaan. Als bijzondere voorwaarde wordt opgenomen dat de constructie dient voorzien te worden in de zone voor open bebouwing. Dit is de zone van 40 m diep, gemeten vanaf de gevel aan de Leie en richting de straatzijde.
CONCLUSIE
Het gevraagde project is milieuhygiënisch, stedenbouwkundig en planologisch verenigbaar met de onmiddellijke omgeving.
De gevraagde melding wordt geakteerd.
Volgende rubriek wordt geakteerd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
17.1.2.2.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs, met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot en met 3000 liter | Propaangastank voor huishoudelijk gebruik | Nieuw | 1750 liter |
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen dient akte te nemen van de ingediende melding. Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
Uitvoerbaarheid
U mag het project uitvoeren of exploiteren vanaf de aanplakking van de meldingsakte.
Aanplakking
U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.
De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt : 'BEKENDMAKING MELDINGSAKTE'.
Verval
De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;
2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;
4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.
De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Beroepsmogelijkheid
U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:
Raad voor Vergunningsbetwistingen
p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges
Koning Albert II-laan 35 bus 81
1030 Brussel
U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.
Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).
U bent een rolrecht verschuldigd van:
- 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
- 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.
U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Meer info
De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in
- het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges,
- het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
- het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.
Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. (http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de melding ingediend door GROEP BOSSUYT nv (O.N.:0441927644) voor het exploiteren van een bovengrondse propaangastank van 1750 liter, gelegen Goedingenstraat 34, 9051 Gent, met inrichtingsnummer 20240604-0069, omvattende volgende rubriek:
Rubriek | Conclusie | Omschrijving | Hoeveelheid |
17.1.2.2.1° | Aktename | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs, met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot en met 3000 liter | Propaangastank voor huishoudelijk gebruik (Nieuw) | 1750 liter |
De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden:
Bijzondere voorwaarden voor de ingedeelde inrichting of activiteit:
Ingebruikname
De nieuwe propaangastank dient voor de ingebruikname, conform artikel 5.17.3.3.16 van Vlarem II, aan een keuring onderworpen te worden. Het keuringsattest van deze controle op de propaangastank van 1.750 liter dient binnen de 3 maanden na de ingebruikname bezorgd worden aan de Dienst Toezicht van de Stad Gent (toezicht@stad.gent) met vermelding van het dossiernummer.
Inplanting van de constructie:
De gastank dient binnen de zone voor open bebouwing volgens het BPA Afsnee-Zuid voorzien te worden. Dit is de zone van 40 m diep, gemeten vanaf de gevel aan de Leie en richting de straatzijde.
Minimum wettelijke veiligheidsafstanden
Overeenkomstig het koninklijk besluit van 21 oktober 1968 betreffende de opslagplaatsen voor vloeibaar gemaakt handelspropaan, handelsbutaan of mengsels daarvan in vaste ongekoelde houders dienen volgende wettelijke veiligheidsafstanden gerespecteerd te worden:
* 5 m van elk raam, deur, poort, opening, ventilatie of afvoer in een gebouw,
* 5 m van elk gebouw in brandbare materialen zoals tuinhuis in hout,
* 3 m van elke rioollijn van een andere eigendom of van een openbare weg,
* 1 m van een onbrandbare muur of scherm( 2m hoogte, beton 10cm of baksteen 15cm)
* 1 m vrij ruimte houden rondom de gastank. Deze afstanden worden gemeten in rechte lijn vanaf het dichtste punt van de houder.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:
De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven.
Wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten:
Periodiek onderzoek
Overeenkomstig artikel 5.17.3.1.8, §2.van Vlarem II moet ten minste om de 5 jaar een periodiek onderzoek uitgevoerd worden door een milieudeskundige in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen.