Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 15.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.
Het college van burgemeester en schepenen weigert de aanvraag.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
BCX EINDEWERE BV met als contactadres Einde Were 75 bus 22, 9000 Gent heeft een aanvraag (OMV_2024075591) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 1 juni 2024.
De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen handelt over:
• Onderwerp: het plaatsen van zaakgebonden publiciteit op de voorgevel
• Adres: Einde Were 75-77, 9000 Gent
• Kadastrale gegevens: afdeling 6 sectie F nr. 211B4
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 5 juni 2024.
De aanvraag volgde de vereenvoudigde procedure.
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 10 juli 2024.
OMSCHRIJVING AANVRAAG
1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT
Het te verbouwen pand ligt langsheen de R40, op de hoek van Einde Were met Overzet. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door gesloten bebouwing, veelal burgerwoningen type 3 bouwlagen met een hellend dak.
Het pand bestond oorspronkelijk uit 2 gebouwen, die later zijn samengevoegd. Op het gelijkvloers is een horecazaak aanwezig. Op de verdiepingen situeren zich 2 rechtmatig tot stand gekomen woonentiteiten.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
Het gaat om een aanvraag voor zaakgebonden publiciteitsinrichtingen. Aan beide voorgevelzijdes worden boven de ramen van het gelijkvloers reclamepanelen aangebracht, alsook boven de inkomdeur.
Het gaat in totaal om 3 intern verlichte panelen op een hoogte van minimaal 3 m boven het trottoir. De twee publiciteitsinrichtingen boven de ramen zijn reeds geplaatst waarvoor een regularisatie wordt ingediend. De publiciteitsinrichting boven de deuropening is nog niet geplaatst. Concreet gaat het om een paneel van 2,56 m lang en 0,64 m hoog op 3,17 m boven het trottoirniveau aan de zijde Einde Were, een paneel van 0,6 m lang en 0,6 m hoog geplaatst op de afgeschuinde hoek boven de deur, een paneel van 2,56 m lang en 0,64 m hoog op 3,33 m boven het trottoirniveau langs Overzet.
De panelen kragen 6 cm uit ten opzichte van het gevelvlak en bestaan uit zwart plaatmateriaal.
Deze panelen worden beschreven als ‘led-scherm’, intern verlicht, met logo en opschrift “Chefdag fried chicken & more”.
2. HISTORIEK
Relevante stedenbouwkundige vergunningen, omgevingsvergunningen, weigeringen
- OMV_2020148873: Weigering voor het regulariseren van reclamepanelen op het gelijkvloers (7/1/2021)
- 1989/1441: Weigering voor de plaatsing van 3 enkelvoudige niet-verlichte reclamepanelen (29/10/1991)
- 1985/1667: Weigering voor het plaatsen van een publiciteitspaneel (3/4/1986)
Proces-Verbaal
Er is een proces-verbaal met nummer 66.97.200158/2024 opgemaakt op 21/02/2024 voor:
- Het niet verwijderen van de publiciteitsinrichting na het niet verkrijgen van een omgevingsvergunning (OMV_2020148873).
BEOORDELING AANVRAAG
3. EXTERNE ADVIEZEN
Volgend extern advies is gegeven:
Voorwaardelijk gunstig advies van AWV - District Gent Gewestwegen afgeleverd op 28 juni 2024 onder ref. AV/411/2024/00836:
Het Agentschap Wegen en Verkeer adviseert GUNSTIG betreffende de voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met de vermelde inlichtingen en beperkingen.
Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de omschreven aandachtspunten.
4. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
4.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg
Het project ligt in woongebied volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.
Het project ligt in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'OVERZET' (Besluit tot goedkeuring door de Deputatie op 17 januari 2008). De locatie is volgens dit RUP gelegen in Stedenbouwkundig waardevol geheel voor eengezinswoningen, en zone voor wonen en aanverwante voorzieningen (Wo).
De voorschriften vermelden o.a. het volgende:
Gebouwen en percelen binnen de op het grafisch plan aangeduide stedenbouwkundige waardevolle gehelen worden verbouwd of herbouwd met behoud van het volumespel, de verticale ritmiek en de functie van de eengezinswoning.
De aanvraag is niet in overeenstemming met dit voorschrift.
De publiciteitsinrichtingen, en meer specifiek de keuze voor rechthoekige led-schermen, houden geen rekening met de verticale ritmiek van het hoekpand en het stedenbouwkundig waardevol geheel. Voor het plaatsen van publiciteitsinrichtingen op deze gevels wordt aangeraden een voorkeur te geven aan doosletters, zoals reeds aanwezig op andere hoekpanden aan deze verkeersas. Zie ook bijkomende motivering bij ‘omgevingstoets’.
4.2. Vergunde verkavelingen
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.
4.3. Verordeningen
Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2024, van kracht sinds 27 mei 2024.
Het ontwerp is in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement:
Artikel 2.7 Uitsprongen boven de openbare weg
Niet constructieve elementen mogen maximaal 10cm uitspringen ten opzichte van de rooilijn tot op een hoogte van 2,2m gemeten ter hoogte van de voorgevel op de rooilijn. Tussen 2,2 en 3m is dit 20cm, tussen 3 en 4m is dit 60cm en hoger dan 4m is de diepte van de uitsprong afhankelijk van de plaatselijke context en/of de geldende voorschriften. Deze maten zijn telkens inclusief de bevestigingsmethode.
De uitsprong moet tot op een hoogte van 4m eveneens 60 cm verwijderd blijven van de boordsteen van het trottoir. De aanvrager draagt alle gevolgen bij aanrijding en schade, er zullen geen obstakels, palen e.d. in het openbaar domein aangebracht worden om dergelijke voorvallen te voorkomen.
De reclameborden springen 6cm uit op een hoogte van 3,17m, 3,19m en 3,33m en zijn dus in overeenstemming.
Gewestelijke verordening hemelwater
De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke hemelwaterverordening 2023. (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023)
Zie waterparagraaf.
Gewestelijke verordening publiciteit
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van de gewestelijke publiciteitsverordening. (Besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023)
Het ontwerp is niet in overeenstemming met deze verordening. Er wordt onvoldoende gemotiveerd dat voldaan wordt aan onderstaande artikels:
Art. 5. Publiciteitsinrichtingen en publiciteitsboodschappen hebben geen negatieve impact op de verkeersveiligheid en zijn niet hinderlijk voor: 1° de zichtbaarheid van reglementaire verkeerssignalisatie of de reglementair aangebrachte straatnaamborden; 2° de doeltreffendheid van reglementaire verkeerssignalisatie of de reglementair aangebrachte straatnaamborden door onder andere gelijkenissen te vertonen met die verkeerssignalisatie of straatnaamborden. De publiciteitsinrichting mag de vrije doorgang over de openbare weg nooit hinderen, noch het veilig uitrijden van een goed in het gedrang brengen.
Art. 6. Publiciteitsinrichtingen mogen inwendig of uitwendig verlicht worden als al de volgende voorwaarden vervuld zijn: 1° de weggebruiker wordt niet verblind; 2° de helderheid van vrij programmeerbare inwendig verlichte publiciteitsinrichtingen is instelbaar en past zich automatisch aan het omgevingslicht aan.
Art. 7. Publiciteitsinrichtingen die knipperende of flitsende publiciteitsboodschappen weergeven, kunnen alleen worden toegelaten als de publiciteitsboodschap louter herkenbaar is vanop de volgende openbare wegen: 1° de openbare wegen waar geen of maar beperkt gemotoriseerd verkeer is toegelaten, zoals in winkel-wandelstraten of verkeersluwe straten; 2° de openbare wegen waar gemotoriseerd verkeer tijdelijk is verboden, zoals bij evenementen, gedurende de periode waarvoor dat tijdelijke verbod geldt.
Art. 8. §1. Publiciteitsinrichtingen met bewegende publiciteitsboodschappen of publiciteitsinrichtingen waarbij van de ene publiciteitsboodschap naar de andere publiciteitsboodschap wordt overgegaan zijn niet toegelaten als de publiciteitsboodschappen aan een van de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze zijn herkenbaar vanaf autosnelwegen; 2° ze zijn herkenbaar op minder dan vijftig meter voor een kruispunt met een andere weg of een oversteekplaats voor zwakke weggebruikers; 3° ze zijn herkenbaar voor en in een gevaarlijke bocht van een weg, vanaf de verkeerssignalisatie die daarvoor is aangebracht. §2. Publiciteitsinrichtingen met bewegende publiciteitsboodschappen of publiciteitsinrichtingen waarbij van de ene publiciteitsboodschap naar de andere publiciteitsboodschap wordt overgegaan, zijn alleen toegelaten als de publiciteitsinrichtingen voldoen aan al de volgende voorwaarden: 1° de weergavetijd van een publiciteitsboodschap bedraagt minimaal zes seconden; 2° er wordt niet overgegaan van de ene publiciteitsboodschap naar de andere publiciteitsboodschap door speciale effecten te gebruiken, zoals vervagen, slepen, in of uitzoomen; 3° bij bewegende publiciteitsboodschappen beweegt maximaal een derde van het beeld. De voorwaarden, vermeld in het eerste lid, gelden niet als de publiciteitsboodschappen alleen herkenbaar zijn vanaf de volgende openbare wegen: 1° de openbare wegen waar geen of maar beperkt gemotoriseerd verkeer is toegelaten, zoals in winkel-wandelstraten of verkeersluwe straten; 2° de openbare wegen waar gemotoriseerd verkeer tijdelijk is verboden, zoals bij evenementen, gedurende de periode waarvoor dat tijdelijke verbod geldt.
De plannen en nota geven niet voldoende duidelijkheid over de keuze van de uitvoering. De beschrijving als ‘led-scherm’ biedt ons inziens de mogelijkheid om op deze reclame-inrichting verschillende boodschappen, al dan niet bewegend, te projecteren. Hierdoor kan niet geoordeeld worden of voldaan wordt aan artikel 5, artikel 6, artikel 7 en artikel 8 van de gewestelijke verordening publiciteit en wordt de aanvraag als niet in overeenstemming met de verordening beschouwd.
4.4. Uitgeruste weg
Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gewestweg.
5. WATERPARAGRAAF
5.1. Ligging project
Het project ligt in een afstroomgebied in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afd Regio West. Het project ligt niet in de nabije omgeving van de waterloop.
Volgens de kaarten bij het Watertoetsbesluit is het project:
- niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied voor zeeoverstroming.
- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen vanuit een waterloop (fluviaal).
- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen door intense neerslag (pluviaal).
- niet gelegen in een signaalgebied.
Het perceel is momenteel bebouwd.
5.2. Verenigbaarheid van het project met het watersysteem
Droogte
Het hemelwater dat neervalt moet op eigen terrein maximaal vastgehouden worden en niet afgevoerd. Om hier concreet uitvoering aan te geven werd het project aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en het algemeen bouwreglement van de stad Gent inzake hemelwater getoetst.
De voorliggende aanvraag wijzigt noch de bebouwde noch de verharde oppervlakte. Het terrein ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. Bijgevolg kan door het uitvoeren van de aangevraagde werken of handelingen geen schadelijk effect voor de waterhuishouding ontstaan.
Structuurkwaliteit en ruimte voor waterlopen
Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.
Overstromingen
Het projectgebied is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig. Er wordt geen effect op het overstromingsregime verwacht.
Waterkwaliteit
Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.
5.3. Conclusie
Er kan besloten worden dat voorliggende aanvraag de watertoets doorstaat.
6. PROJECT-M.E.R.-SCREENING
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (MER-besluit) en heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij dit besluit. De opmaak van een milieueffectrapport of project-m.e.r.-screening is voor voorliggend project dan ook niet vereist.
7. BEKENDMAKING
De aanvraag volgt de vereenvoudigde procedure en moest dus niet aan een openbaar onderzoek worden onderworpen.
8. OMGEVINGSTOETS
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Zoals al bij de toetsing aan de gewestelijke publiciteitsverordening is vermeld, zijn er onvoldoende garanties dat de verkeersveiligheid op dit druk verkeersknooppunt met verkeerslichten niet in het gedrang komt.
Aanvullend aan de toetsing van het RUP Overzet, houdt het ontwerp onvoldoende rekening met de waardevolle gevelindeling en -detaillering. De breedtes van de constructies zijn niet afgestemd op deze van de raamopeningen. De inplanting boven de ramen houden geen rekening met de geveldetails (bv. gebogen gevelmetselwerk) en raampositionering. De gevelarchitectuur vormt nochtans een eenheid vanaf gelijkvloers tot de bovenste verdieping die het pand kenmerkt en integreert in zijn omgeving. Hier wordt op een zeer storende manier afbreuk aan gedaan, waardoor dit ook een negatieve impact heeft naar het straatbeeld en de ruimere omgeving.
De dimensionering van de publiciteit dient aangepast te worden zodat deze zich op een meer kwalitatieve manier integreert in het gevelbeeld. Een betere uitlijning en beperking in hoogte en breedte, bvb op basis van de bestaande raamopening, zal tot een meer evenwichtig beeld leiden.
Op dergelijke rijk versierde gevels is het aangewezen te werken met ‘losse doosletters’ die op een oordeelkundige wijze worden ingeplant. Hiervoor kan gerefereerd worden naar de andere straathoeken op het kruispunt.
Het voorstel doorstaat de toets aan de goede ruimtelijke ordening niet.
CONCLUSIE
Ongunstig, de aanvraag is niet in overeenstemming met het RUP Overzet, de gewestelijke publiciteitsverordening en wordt negatief beoordeeld vanuit de goede ruimtelijke ordening (onvoldoende afgestemd op de gevelarchitectuur).
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen moet over de ingediende omgevingsvergunningsaanvraag een beslissing nemen.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
Bekendmaking
De beslissing wordt bekendgemaakt conform Titel 3, Hoofdstuk 9, Afdeling 3 van het Omgevingsvergunningsbesluit.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsvergunning voor het plaatsen van zaakgebonden publiciteit op de voorgevel aan BCX EINDEWERE bv (O.N.:0748724687) gelegen te Einde Were 75-77, 9000 Gent.
Volgende opmerking wordt meegegeven :
Bij voorkeur wordt er eerst een nieuw voorstel bezorgd in vooroverleg, vooraleer de aanvraag opnieuw formeel wordt ingediend.