Besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen, artikel 2, §2 , 2°
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 184, §3
Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;
KB van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
Besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen, artikel 2, §2 , 2°
Raadsbesluit van 23 april 2007 tot invoering van het Reglement betreffende de tewerkstelling van het kabinets- en fractiepersoneel en latere wijzigingen
Het huidige reglement zoals dat op 23 april 2007 door de gemeenteraad werd goedgekeurd was gebaseerd op het Besluit van 12 januari 2007 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de regels inzake de aanwerving en terbeschikkingstelling van het kabinets- en fractiepersoneel in de gemeenten en provincies. Dit Besluit van de Vlaamse regering diende als kader waarbinnen het reglement toen werd vorm gegeven.
Door de invoering van het Besluit van 20 januari 2023 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen werd het voornoemde Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de regels inzake de aanwerving en terbeschikkingstelling van het kabinets- en fractiepersoneel in de gemeenten en provincies met ingang van 18 maart 2023 opgeheven.
Deze opheffing heeft tot gevolg dat bepaalde aspecten binnen de tewerkstelling van kabinets- en fractiepersoneel bij een lokaal bestuur kunnen worden herbekeken. Bijkomend werd door de dagdagelijkse praktijk vastgesteld dat het reglement op diverse vlakken moest worden verduidelijkt of aangepast om meer rechtszekerheid te bieden. Om legistieke redenen is het aangewezen het huidige reglement op te heffen en te vervangen door een nieuw reglement waarin de verduidelijkingen en aanpassingen worden opgenomen.
Het basisprincipe dat voorheen gold waarbij de contractuele personeelsleden en de via interne dienstaanwijzing tewerkgestelde personeelsleden voor alles wat niet uitdrukkelijk in het reglement is geregeld onderworpen zijn aan de stedelijke personeelsreglementering. blijft onveranderd behouden. Dat is ook logisch aangezien de betrokken personeelsleden slechts tijdelijk uit de stedelijke administratie zijn onttrokken.
Het nieuwe reglement bevat de volgende wijzigingen ten opzichte van het vorige reglement.
Heft op vanaf de dag van de eerstvolgende installatievergadering van de gemeenteraad het Reglement betreffende de tewerkstelling van het kabinets- en fractiepersoneel, zoals ingevoerd bij raadsbesluit van 23 april 2007 en latere aanpassingen.
Keurt goed het Reglement betreffende de tewerkstelling van het kabinets- en fractiepersoneel als gevoegd in bijlage bij dit besluit dat er onlosmakelijk deel van uitmaakt en dat in werking treedt vanaf de dag van de eerstvolgende installatievergadering van de gemeenteraad.