Terug
Gepubliceerd op 10/09/2024

2024_GR_00687 - Reglement betreffende de tewerkstelling van het kabinets- en fractiepersoneel - Goedkeuring

commissie milieu, werk, personeel en FM (MPF)
di 17/09/2024 - 19:00 Gemeenteraadszaal

Samenstelling

Wie is verantwoordelijk voor deze materie?

Hafsa El-Bazioui
2024_GR_00687 - Reglement betreffende de tewerkstelling van het kabinets- en fractiepersoneel - Goedkeuring 2024_GR_00687 - Reglement betreffende de tewerkstelling van het kabinets- en fractiepersoneel - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving waaruit blijkt dat het orgaan bevoegd is

Besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen, artikel 2, §2 , 2°

Op basis van welke regels (rechtsgronden) wordt deze beslissing genomen?

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 184, §3

Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;

KB van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel

Besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen, artikel 2, §2 , 2°

Raadsbesluit van 23 april 2007 tot invoering van het Reglement betreffende de tewerkstelling van het kabinets- en fractiepersoneel en latere wijzigingen

Wat gaat aan deze beslissing vooraf?

Het huidige reglement zoals dat op 23 april 2007 door de gemeenteraad werd goedgekeurd was gebaseerd op het Besluit van 12 januari 2007 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de regels inzake de aanwerving en terbeschikkingstelling van het kabinets- en fractiepersoneel in de gemeenten en provincies. Dit Besluit van de Vlaamse regering diende als kader waarbinnen het reglement toen werd vorm gegeven.

Door de invoering van het Besluit van 20 januari 2023 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen werd het voornoemde Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de regels inzake de aanwerving en terbeschikkingstelling van het kabinets- en fractiepersoneel in de gemeenten en provincies met ingang van 18 maart 2023 opgeheven.

Deze opheffing heeft tot gevolg dat bepaalde aspecten binnen de tewerkstelling van kabinets- en fractiepersoneel bij een lokaal bestuur kunnen worden herbekeken. Bijkomend werd door de dagdagelijkse praktijk vastgesteld dat het reglement op diverse vlakken moest worden verduidelijkt of aangepast om meer rechtszekerheid te bieden. Om legistieke redenen is het aangewezen het huidige reglement op te heffen en te vervangen door een nieuw reglement waarin de verduidelijkingen en aanpassingen worden opgenomen.

Het basisprincipe dat voorheen gold waarbij de contractuele personeelsleden en de via interne dienstaanwijzing tewerkgestelde personeelsleden voor alles wat niet uitdrukkelijk in het reglement is geregeld onderworpen zijn aan de stedelijke personeelsreglementering. blijft onveranderd behouden. Dat is ook logisch aangezien de betrokken personeelsleden slechts tijdelijk uit de stedelijke administratie zijn onttrokken.

Waarom wordt deze beslissing genomen?

Het nieuwe reglement bevat de volgende wijzigingen ten opzichte van het vorige reglement.

  • Er wordt een principiële keuze gemaakt om aanwervingen via een arbeidsovereenkomst niet langer te koppelen aan een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd, maar wel aan een arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde tijd met een ontbindende voorwaarde. Ook de interne dienstaanwijzing kan niet gebruikt worden om personeelsleden op een kabinet of fractie te vervangen. Dit bespaart veel administratie en biedt meer rechtszekerheid voor de betrokken personeelsleden. De regeling waarbij de vervulling van de ontbindende voorwaarde wordt gelinkt aan het einde van de zittingsperiode zoals voorzien in het vorige reglement, wordt onverminderd behouden. Indien de tewerkstelling vóór het einde van de zittingsperiode wordt beëindigd, gelden de gewone bepalingen m.b.t. de opzeg of verbreking zoals voorzien in de Arbeidsovereenkomstenwet.
  • De mogelijke onverenigbaarheden om op een kabinet of fractie te worden tewerkgesteld worden aangepast. Van zodra een andere overheidsdienst toelaat om via een bepaald verlofstelsel te worden tewerkgesteld op een kabinet of fractie bij de stad, wordt vanuit het reglement geen belemmering meer voorzien om de functie op te nemen zoals dat in het verleden bv. wel gebeurde m.b.t. het operationeel politiepersoneel van de Zone. Voor interne medewerkers die vanuit de administratie worden tewerkgesteld op een kabinet, blijft wel een beperking bestaan ten aanzien van functies gekoppeld aan rang Ay en hoger (vanaf de graden van directeur en specifiek directeur), om de goede werking van de diensten te kunnen blijven waarborgen.
  • De verschillende functies van kabinets- en fractiepersoneel worden gestroomlijnd en er worden slechts twee verschillende toelagen meer voorzien. Dit heeft voor gevolg dat enkel nog de functie van kabinetsmedewerker (m/v/x), kabinetschef en kabinetschef algemeen beleid worden overgehouden wat betreft de tewerkstelling op een kabinet. 
  • De toelage verbonden aan de functies van het kabinets- en fractiepersoneel zal, in tegenstelling tot vroeger, niet langer forfaitair worden vastgesteld, maar kan percentsgewijs toegekend worden volgens de prestatiebreuk, de overeenkomst, de verantwoordelijkheden en taakinhoud van de betrokken personeelsleden. Het is de burgemeester of bevoegde schepen/(onder)voorzitter/fractievoorzitter zelf die beslist over de toekenning van het percentage van de toelage voor het eigen personeel dat hen is toebedeeld waardoor een brede waaier aan mogelijkheden voor een vergoeding op maat wordt gecreëerd.
  • Naast de toelage waar het kabinets- en fractiepersoneel automatisch recht op heeft, wordt in het reglement ook duidelijker aangegeven welke bijkomende toelagen, vergoedingen en extralegale voordelen de betrokken personeelsleden al dan niet kunnen ontvangen, zowel voor de aangeworven contractuele personeelsleden als voor de vanuit een ander bestuur terbeschikkinggestelde personeelsleden. In het verleden was dit niet altijd duidelijk en ook niet in detail geregeld in het reglement. Op grond van het Besluit van 20 januari 2023 van de Vlaamse regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen (BVR RPR) kan het kabinets- en fractiepersoneel in geen geval aanspraak maken op onregelmatige prestaties zoals nachtprestaties, prestaties op zon- en feestdagen (artikel 44, 3° BVR RPR), de verstoringstoelage, de permanentietoelage en omvat de toelage voor het kabinets- of fractiepersoneel ook de regeling voor overuren (artikel 38 BVR RPR). Ook dit principe wordt expliciet in het reglement opgenomen. Voor de vanuit een ander bestuur terbeschikkinggestelde personeelsleden wordt uitdrukkelijk opgenomen dat niet in een vergoeding voor verplaatsingen binnen het woon-werk verkeer wordt voorzien, noch een vergoeding voor internet of de telewerkdag.
  • De werkwijze m.b.t. het functioneren en evalueren tijdens de loopbaan zoals dat van toepassing is op de personeelsleden tewerkgesteld in de stedelijke administratie wordt als complex en moeilijk verenigbaar en werkbaar aanzien binnen de context van de tewerkstelling op een kabinet of fractie waardoor deze regeling expliciet niet van toepassing wordt verklaard. In elk geval gelden de wettelijke bepalingen met betrekking tot de voortijdige eenzijdige beëindiging van de tewerkstelling door de werkgever (motiveringsplicht en hoorplicht). Tevens wordt verduidelijkt dat niet de deontologische code van het stadspersoneel als basis dient voor het kabinets- en fractiepersoneel, maar wel de deontologische code voor de mandatarissen.
  • Aanvullend wordt voorzien dat de hoedanigheid van kabinets- of fractiepersoneel dat is aangesteld vanuit het eigen bestuur onverenigbaar is met elke andere activiteit die gelijktijdig binnen de stad, het OCMW of een extern verzelfstandigd agentschap van de stad of OCMW wordt uitgeoefend. Op deze manier wordt een mogelijke belangenvermenging vooraf vermeden. Een uitzondering wordt wel voorzien voor een bestuurslid of als lid van de algemene vergadering van een extern verzelfstandigd agentschap van de stad of OCMW.
  • In het vorige reglement werd niets voorzien met betrekking tot de arbeidstijdregeling, wat voor onduidelijkheid zorgde. Dit wordt rechtgezet door in het reglement op te nemen dat de personeelsleden tewerkgesteld op een kabinet of fractie werken onder het stelsel van tijdsonafhankelijk werken (TOW). Zij volgen hiermee hetzelfde stelsel dat ook binnen de stedelijke administratie van toepassing is op de personeelsleden die daarvoor hebben gekozen.
  • De terugvalpositie van personeelsleden die vanuit de stedelijke administratie op een kabinet of fractie zijn tewerkgesteld wordt, wanneer de tewerkstelling op een kabinet of fractie een einde neemt, duidelijker omschreven via een cascaderegeling. Het uitgangspunt is dat het betrokken personeelslid geen garantie heeft om op de vroegere stoel terug te keren, maar wel de maximale garantie krijgt van werkbehoud.
    Er wordt expliciet in het reglement vermeld dat voor de vanuit een andere overheid terbeschikkinggestelde personeelsleden specifieke of afwijkende vormingsmodaliteiten kunnen gelden. In het verleden was in het reglement niet expliciet in een afwijking voorzien waardoor strikt genomen de stedelijke vormingsmodaliteiten integraal van toepassing waren. Deze vermelding komt de rechtszekerheid enkel ten goede.

Adviezen

vakbond ACOD Gunstig advies
vakbond ACV OD Gunstig advies
vakbond VSOA Ongunstig advies

Activiteit

AC34627 Bieden van juridische ondersteuning HR en voeren van sociaal overleg

Besluit

Artikel 1

Heft op vanaf de dag van de eerstvolgende installatievergadering van de gemeenteraad het Reglement betreffende de tewerkstelling van het kabinets- en fractiepersoneel, zoals ingevoerd bij raadsbesluit van 23 april 2007 en latere aanpassingen.

Artikel 2

Keurt goed het Reglement betreffende de tewerkstelling van het kabinets- en fractiepersoneel als gevoegd in bijlage bij dit besluit dat er onlosmakelijk deel van uitmaakt en dat in werking treedt vanaf de dag van de eerstvolgende installatievergadering van de gemeenteraad.


Bijlagen