Het handhaven van plaatselijk verkeer is een hele uitdaging, die veel tijd en capaciteit vraagt van de politie. ANPR-camera's kunnen daarbij een oplossing bieden: wie op een korte tijdspanne langs twee camera's rijdt, krijgt een boete. Dat is niet zo voor wie uit het gebied met plaatselijk verkeer vertrekt of ergens stopt. Die camera's kunnen zowel vast als mobiel zijn.
In zijn antwoord op mijn mondelinge vraag tijdens de commissie van april liet de burgemeester weten aan de politie te hebben gevraagd de inzet van mobiele ANPR-camera's te onderzoeken. De politie adviseerde om in een eerste fase te starten met een testopstelling in combinatie met een sensibilisering (2024_MV_00252).
Graag had ik van de burgemeester een antwoord gekregen op volgende vragen:
Na de invoering van het wijkmobiliteitsplan Zwijnaarde werd door de Gentse politie gericht toezicht gehouden op de gewijzigde verkeerssituatie.
In een eerste fase werd sensibiliserend opgetreden, gevolgd door repressief verkeerstoezicht in een tweede fase.
In het kader van het verkeerstoezicht op de naleving van de toegangsverboden binnen het nieuwe wijkmobiliteitsplan werden 8 inbreuken vastgesteld in verband met het negeren van het verkeersbord C3 met onderbord “uitgezonderd plaatselijk verkeer”.
Het handhaven van toegangsverboden met uitgezonderd plaatselijk verkeer vergt een enorme capaciteit van de politie, gezien de ruime begripsomschrijving van het “plaatselijk verkeer”.
Dit betekent in concreto dat verkeer, dat niet voldoet aan de wettelijke vastgelegde parameters, de doorsteek wenst te maken van N60 naar N43 (of omgekeerd) via Rijvissche, een inbreuk begaat.
De inbreuk stelt de politieambtenaar pas vast nadat deze overtreder dus het traject heeft afgelegd van 2,3 km en aldaar geen bestemming had.
Het toezicht op het sluipverkeer laten geschieden door middel van ANPR-camera’s houdt in dat gewerkt wordt met een camerasysteem dat opgesteld staat bij het inrijden van dergelijk gebied en een camerasysteem dat de registratie verricht bij het uitrijden van dit gebied. Wanneer het doorkruisen van het gebied geschiedt binnen een te korte tijdsduur, wordt aangenomen dat betrokken voertuig geen plaatselijke bestemming had en bijgevolg een inbreuk beging. Net omwille van deze aanname werd er vanuit de verkeersdienst en de juridische dienst een kanttekening gemaakt, gezien de inbreuk niet daadwerkelijk wordt vastgesteld maar er wordt aangenomen dat er een inbreuk heeft plaatsgevonden. Zoals ik al aangaf in mijn antwoord van april is er het risico dat de toepassing een interpretatie blijft aan de hand van een arbitraire intervaltijd, en dit kan aanleiding geven tot discussie.
We blijven de situatie in de gemeente Zaventem van dicht bij opvolgen, gezien men daar sinds mei van is start gegaan met geautomatiseerde vaststellingen door middel van vaste installaties.
De inbreuken op het negeren van het verkeersbord C3 – uitgezonderd plaatselijk verkeer – worden daar afgehandeld door middel van een GAS-boete. Op de website van Zaventem staat te lezen dat de opstart in deze eerste zone goed is verlopen. Er wordt een dalende trend vastgesteld van het aantal overtredingen. Het bestuur van Zaventem is voorstander om het gebruik van ANPR-camera’s uit te breiden om sluipverkeer te ontmoedigen.
De eerder gemaakte kanttekening met betrekking tot het “aannemen dat een inbreuk plaatsvond” blijft echter overeind. Eens we uitsluitsel hebben over een stabiele juridische afhandeling naar aanleiding van de case Zaventem, kan overgegaan worden naar de volgende stap in dit traject. We verwachten dit uitsluitsel in de komende maanden.
do 19/09/2024 - 10:14