Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 2 en 40, §3
Wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen, artikelen 5 - 10;
Koninklijk besluit van 26 april 2024 tot bepaling van de inwerkingtreding van de artikelen 5 tot en met 9 van de wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen
Als je gegiste dranken of sterke drank wilt schenken in een drankgelegenheid (zoals een café, restaurant, pop-up,...) moet je een geldige drankvergunning hebben. Sinds 20 mei 2024 dient de lokale overheid bij de beoordeling van een vergunningsaanvraag alleen nog maar de moraliteit van de aanvrager te controleren. Hygiënevereisten zijn vanaf die datum niet meer van toepassing.
Deze verandering is het gevolg van het Koninklijk Besluit van 26 april 2024, dat de inwerkingtreding van de artikelen 5 tot en met 9 van de wet van 25 april 2007 regelt (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 10 mei 2024). Hiermee wordt Hoofdstuk II 'Hygiënische eisen voor slijterijen van gegiste dranken' (artikelen 5 tot 7) van de samengeordende wetsbepalingen van 1953 opgeheven. Deze opheffing geldt ook voor het schenken van sterke drank, aangezien de wet van 1983 naar dezelfde hygiënebepalingen verwijst.
De Stad Gent heeft, net zoals dat in vele andere steden en gemeenten het geval is, alle voorschriften en vereisten voor horecazaken geïntegreerd in één horeca attest. Dit attest omvat niet alleen de voorwaarden uit de drankwetgeving, maar ook andere relevante toelatingen en regels (voedselveiligheid, een stedenbouwkundige verplichtingen, muziekgerelateerde auteursrechten,...). Met deze actualisering worden de federale hygiënevereisten geschrapt, tegelijkertijd wordt het reglement op een aantal punten geactualiseerd.
Alle aanpassingen worden hieronder opgesomd:
Deze wijzigingen treden in werking vanaf 1 oktober 2024
Wat betreft toegankelijkheid zullen in het aanvraagformulier drie (verplicht in te vullen) vragen worden toegevoegd:
Bij het afleveren van het attest zal een communicatiemiddel over toegankelijkheidsingrepen meegegeven worden en verwezen worden naar het subsidiereglement rond verfraaiing handelspanden. Zo bereiken we iedere startende horecazaak en bekomen we ook een nulmeting over de toegankelijkheid van de Gentse horeca. Tegelijk stimuleren we hen gebruik te maken van de subsidie.
Keurt goed de wijziging van artikel 1, 2de lid als volgt:
"Het horeca-attest vermeldt :
- het al dan niet voorhanden zijn van een vergunning voor het verstrekken van sterke
dranken en/of positief bericht voor het verstrekken van gegiste dranken,
- het sluitingsuur
- de uitbater
- vennoten (vermeld op de achterkant)
- naam en adres van de zaak
- ondernemingsnummer en vestigingsnummer van de zaak"
Keurt goed de wijziging van de volgende definities vermeld artikel 2:
"pop-up horecazaak : tijdelijke horecazaak in een niet-horecavergund pand waarbij de tijdelijke
functiewijziging vrijgesteld is van omgevingsvergunning in overeenstemming met de voorwaarden
van artikel 7.3. van het Vrijstellingsbesluit. De tijdelijke functiewijziging heeft een maximale duur
van vier periodes van dertig aaneengesloten dagen per kalenderjaar"
"drankvergunning : een vergunning voor het gebruik ter plaatse, voor de verkoop, het aanbieden
of het verstrekken van sterke drank, zelfs gratis, afgeleverd volgens het gelijknamige reglement.
Deze vergunning omvat tevens het positief bericht voor het verkopen, aanbieden of verstrekken
van gegiste dranken in dezelfde drankgelegenheid."
Keurt goed de wijziging van artikel 5, a) als volgt:
"Een onderzoek naar de stedenbouwkundig vergunde toestand van het pand en aanhorigheden waarvoor de aanvraag is ingediend en waaruit blijkt dat de horecafunctie op die locatie stedenbouwkundig vergund is of rechtmatig tot stand gekomen is;"
Keurt goed de wijziging van artikel 5, c) als volgt:
"Een onderzoek naar het in bezit hebben van een drankvergunning of positief bericht voor het gebruik ter plaatse, voor de verkoop, het aanbieden of het verstrekken van respectievelijk sterke of gegiste drank, zelfs gratis;"Keurt goed de wijziging van artikel 5, d) als volgt:
"Een onderzoek naar de wettelijk verplichte objectieve aansprakelijkheidsverzekering inzake brand en ontploffing die de vestigingseenheid dekt in het geval de horecazaak behoort tot één van de categorieën van inrichtingen opgenomen in de lijst van artikel 1 van het K.B. van 28 februari 1991 betreffende de inrichtingen die onder toepassing vallen van hoofdstuk 2 van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffingen en betreffende de verplichte verzekering van burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen;"
Keurt goed de wijziging van artikel 5, f) als volgt:
"Een onderzoek naar het vervullen van de aangifteplicht inzake het auteursrecht en de naburige rechten"
Keurt goed de wijziging van artikel 5, g) als volgt:
"Een onderzoek waaruit blijkt dat voor horecazaken met een oppervlakte vanaf 50 m² maar kleiner dan 100 m² (ongeacht het aantal toegelaten personen) voldaan werd aan de meldingsplicht bij de Brandweer en voor horecazaken met een oppervlakte gelijk aan of groter dan 100 m² en die geopend zijn na 01/01/2017 een brandveiligheidsattest door de brandweer werd afgeleverd, conform de daartoe voorziene bepalingen in de Politieverordening inzake preventie van brand en ontploffing van publiek toegankelijke inrichtingen."
Keurt goed de wijziging van artikel 6, §5 als volgt:
"De uitbater ontvangt het horeca-attest tegen een ontvangstbewijs. De uitbater is verplicht om het horeca-attest op een zichtbare plek uit te hangen in de zaak."
Keurt goed de wijziging van artikel 7, §2, 1ste lid als volgt:
"Het horeca-attest voor een pop-up horecazaak wordt afgeleverd voor de termijn zoals vermeld op de aanvraag. De geldigheidsduur kan de termijn voor pop-up horecazaken zoals opgenomen in het Vrijstellingsbesluit (maximaal vier periodes van dertig aaneengesloten dagen per kalenderjaar) niet overschrijden. "
Keurt goed de wijziging van artikel 7, §3 als volgt:
"Het horeca-attest is locatiegebonden en geldt enkel voor de desbetreffende vestigingseenheid waarvoor de aanvraag werd verricht."
Keurt goed de wijziging van artikel 7, §8 als volgt:
"Voor een horecazaak die behoort tot één van de categorieën van inrichtingen opgenomen in de lijst van artikel 1 van het K.B. van 28 februari 1991 betreffende de inrichtingen die onder toepassing vallen van hoofdstuk 2 van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffingen en betreffende de verplichte verzekering van burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen, moet de uitbater op elk moment een bewijs van verzekering kunnen voorleggen aan een bevoegde ambtenaar (Politie, Brandweer of stadsdiensten). De Stad Gent behoudt zich het recht voor alle noodzakelijke maatregelen te treffen indien de nodige bewijzen niet kunnen worden voorgelegd."
Voormelde wijzigingen treden in werking op 1 oktober 2024
Neemt kennis van de gecoördineerde versie van het 'Reglement voor het bekomen van een horeca-attest bij de uitbating van horecazaken'.