Op woensdagochtend 9 oktober konden we in de pers vernemen dat de Gentse politie de ontruiming was gestart van de bezetting van het bloemekeswijkbos. Zowel de timing als het hardhandig optreden riepen bij de omwonenden en de betrokken burgerorganisaties direct vragen op.
(Reden van agendering bij hoogdringendheid: Aangezien de feiten plaatsvonden na het verstrijken van de deadline voor vragen van deze commissie en het feit dat vele Gentenaars vragen hebben bij de verantwoordelijkheid in deze van het Gentse college en de Burgemeester, beroepen we ons op hoogdringendheid om deze vraag alsnog te agenderen op de eerstvolgende commissie AFB.)
Het lijkt me aangewezen om de historiek van deze site in herinnering te brengen alvorens verder in te gaan op jullie vragen.
Het gaat hier zoals jullie weten over een terrein dat De Lijn wil ontwikkelen tot een stelplaats voor bussen en trams. Een stelplaats waar zeer grote nood aan is in Gent.
Initieel zou er ook een rijschool voor bussen komen, maar dat heeft ons bestuur negatief geadviseerd. Dit deelproject is dan ook geschrapt.
Waarom koos de Lijn voor deze projectontwikkeling? Daarvoor moeten we al vele jaren terug in de geschiedenis gaan. De Lijn zit in Gent met een serieus capaciteitsprobleem op vlak van stelplaatsen.
Willen we dat er in de Gentse regio kwaliteitsvol openbaar vervoer is, en dat willen we allemaal, dan moet er voldoende stelplaats zijn. Zo is de brug om deze stelplaats te ontsluiten al vele jaren geleden gerealiseerd.
Laten we wel wezen: De Lijn heeft dit dossier veel te lang laten aanslepen. Ik begrijp dan ook de boosheid bij de buurtbewoners.
We hebben De Lijn expliciet gevraagd om naar alternatieve locaties te zoeken voor de stelplaats, maar dat bleek geen evidentie. Een stelplaats kan je niet zomaar overal inrichten, er moeten bijvoorbeeld trams naartoe kunnen rijden.
De Wondelgemse meersen zijn stedenbouwkundig zo ingekleurd dat een stelplaats daar kan komen, de site is eigendom van De Lijn én zij hebben een vergunning op zak om er een stelplaats in te richten. Dat zijn de feiten.
Wat uw vragen m.b.t. het gerechtelijk bevel betreft, beklemtoon ik dat ik in tegenstelling tot wat sommigen beweren daar geen enkele goedkeuring of afkeuring aan te geven heb. Dit omwille van de scheiding der machten. Als legalist vind ik dat niet onbelangrijk. We leven in een rechtstaat.
Ik zal u dat even uitleggen:
De Lijn heeft op 12 juli van de rechter een gerechtelijk bevel bekomen om haar site te laten ontruimen. De activisten dienen volgens het bevel de site binnen de 48u te verlaten.
De rechter heeft dus geoordeeld dat het terrein moet worden vrijgemaakt. De gerechtsdeurwaarder heeft op vraag van De Lijn gedurende de voorbije maanden verschillende aanplakkingen gedaan met het oog op het vrijwillige vertrek van de actievoerders. Ik begrijp dat ook. De Lijn heeft parallel ook gepoogd om met hen te onderhandelen. Zonder resultaat.
Gezien de activisten weigerden het terrein spontaan te verlaten, hebben De Lijn en de gerechtsdeurwaarder zich uiteindelijk laten bijstaan door de politie om het gerechtelijk bevel tot verwijdering van het terrein uit te voeren.
Zij kunnen dit doen op basis van de wet op het Politieambt. De politiediensten kunnen wettelijk gevorderd worden voor het betekenen en uitvoeren van gerechtelijke bevelen. Dit gebeurt rechtstreeks door de gerechtsdeurwaarder, zonder mijn tussenkomst. Dit behoort immers niet tot de bestuurlijke taken van de burgemeester.
Ik ben inderdaad enkele dagen op voorhand op de hoogte gebracht van het feit dat er een ontruimingsactie n.a.v. een gerechtelijke titel zou zijn.
Waarom doet men dat? Omdat het natuurlijk niet ondenkbaar is dat er op een gegeven moment een impact is op het openbaar domein, waar dan mogelijks wél de tussenkomst van een burgemeester noodzakelijk is.
Omwille van het gegeven dat de geplande actie onder een politioneel embargo stond, werd behoudens mijn ambt dan ook geen enkel lid van het schepencollege hierover ingelicht.
Ik heb er alle begrip voor dat buurtbewoners onder de indruk waren van de politie actie. Ik herhaal dat de politie de sterke arm heeft verleend aan de gerechtsdeurwaarder, die gevat werd door De Lijn, de eigenaar van de site, om een gerechtelijk bevel uit te voeren.
In dergelijke situaties beoordeelt de korpsleiding het bevel en bekijkt welke mensen en middelen moeten worden ingezet om de actie tot een goed en veilig einde te brengen voor iedereen. De korpschef kan hiervoor beroep doen op de eenheden van de federale politie.
De politionele inzet werd dus door de korpschef bepaald en gezien deze actie in bijstand is aan de gerechtsdeurwaarder, in de uitvoering van een gerechtelijk vonnis, is hiervoor geen voorafgaandelijke goedkeuring nodig van de burgemeester. De burgemeester heeft hier geen enkele bevoegdheid.
Integendeel de politiediensten zijn altijd verplicht om een vordering in te willigen, tenzij deze onwettig zou zijn.
De korpschef evalueert de actie als zeer professioneel verlopen politiewerk. Hij beklemtoont verder dat de politie zich niet uit te spreken heeft over de grond van de zaak zelf. Dat deed een rechter in eer en geweten. Hij voegt eraan toe de sterke arm verlenen nu eenmaal één van de vele politietaken is.
Niet evident, maar wel noodzakelijk. Als politiechef is hij tevreden over de wijze waarop deze uiterst moeilijke en complexe opdracht werd voorbereid en uitgevoerd. Hij dankt hiervoor zijn eigen diensten binnen de PZ Gent maar ook van andere korpsen en van de federale politie. En als de korpschef dit aangeeft , dan geloof ik de korpschef en sta ik daar achter.
Mijnheer De Meester u vraagt mij of ik een betredingsverbod heb overwogen?
Want volgens u is dat een zeer gemakkelijke manier om de werken te laten stilleggen op de site. Ik moet maar met mijn vingers knippen om dat toe te passen. Wel, zo werkt dat natuurlijk niet mijnheer De Meester, en u weet dat ook zeer goed.
Een betredingsverbod voor het Bloemekeswijkbos is wettelijk niet mogelijk. Ik heb dit laten onderzoeken door onze juridische dienst en verschillende experts. Dit valt onder artikel 135 van de nieuwe gemeentewet. Die stelt expliciet dat er een gevaar voor de openbare veiligheid of orde moet zijn om een betredingsverbod te kunnen instellen. Dat is niet het geval voor de site Bloemekeswijk.
In tegenstelling tot wat het geval was op de Arsenaalsite, is er hier geen sprake van enig gevaar voor de openbare veiligheid. Bovendien is een betredingsverbod op basis van artikel 135 NGW enkel gericht tegen wie er NIET hoort te zijn en kan dit niet de uitvoering van de verleende vergunning stoppen.
Dus, mijnheer De Meester, dat zou willen zeggen dat bij een betredingsverbod iedereen die niet thuishoort op het terrein kan aangehouden worden en de machines gewoon hun werk kunnen verder doen. Dus het omgekeerde wat u beoogde.
Nogmaals:
De Lijn beschikt op vandaag over een geldige en uitvoerbare vergunning, door de Vlaamse overheid afgeleverd, en kan en mag deze ten uitvoer brengen.
De burgemeester heeft niet de bevoegdheid om hierin te interveniëren, behoudens wanneer er sprake zou zijn van een bedreiging van de openbare veiligheid.
Het komt enkel aan de rechter toe om de wettigheid van de verleende vergunning te beoordelen.
do 17/10/2024 - 15:02