Terug
Gepubliceerd op 14/01/2025

2025_GR_00016 - Erkenningsaanvraag lokale geloofsgemeenschap Eyüp Sultan – verkorte procedure - Advies

verenigde commissie
di 21/01/2025 - 19:00 Gemeenteraadszaal

Samenstelling

Wie is verantwoordelijk voor deze materie?

Christophe Peeters
2025_GR_00016 - Erkenningsaanvraag lokale geloofsgemeenschap Eyüp Sultan – verkorte procedure - Advies 2025_GR_00016 - Erkenningsaanvraag lokale geloofsgemeenschap Eyüp Sultan – verkorte procedure - Advies

Motivering

Regelgeving waaruit blijkt dat het orgaan bevoegd is

Decreet over het lokaal bestuur, artikel 40, § 1.

Op basis van welke regels (rechtsgronden) wordt deze beslissing genomen?

Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021, artikel 67, § 4.

Wat gaat aan deze beslissing vooraf?

Op 22 oktober 2024 ontving de Stad Gent van het Agentschap Binnenlands Bestuur namens de Vlaamse minister van Binnenland, Steden- en Plattelandsbeleid, Samenleven, Integratie en Inburgering, Bestuurszaken, Sociale Economie en Zeevisserij de vraag om een advies te bezorgen over de erkenningsaanvraag van de lokale geloofsgemeenschap Eyüp Sultan te Gent.

Waarom wordt deze beslissing genomen?

De aanvraag van deze lokale geloofsgemeenschap voldoet aan de voorwaarden van de verkorte procedure tot erkenning overeenkomstig artikel 67 van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen van 22 oktober 2021 omdat de lokale geloofsgemeenschap reeds een erkenningsaanvraag had ingediend voor 1 juli 2019.

Het voormelde decreet bepaalt dat bij de erkenning van islamitische en orthodoxe lokale geloofsgemeenschappen het advies wordt gevraagd van de gemeente op wiens grondgebied de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de islamitische of orthodoxe eredienst gelegen zijn.

De adviserende gemeente verleent in de verkorte procedure van artikel 67 van voormeld decreet haar advies over het voldoen door de lokale geloofsgemeenschap aan de erkenningsverplichtingen, vermeld in artikel 7, 1° tot en met 9°. Op grond van artikel 67, § 4, van het decreet dient in de verkorte procedure geen advies verleend te worden over de punten 10° en 11°.

Deze erkenningscriteria zijn:

1°. ze heeft een juridische structuur die aangepast is aan het aangevraagde openbaar statuut en waarover er transparantie is;

2°. ze is financieel leefbaar en biedt transparantie daarover;

3°. ze ontvangt noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks financiering of ondersteuning die afbreuk doet aan de onafhankelijke uitoefening van de decretale opdrachten en verplichtingen van het toekomstige bestuur van de eredienst, zoals bepaald is in dit decreet en het decreet van 7 mei 2004. De onafhankelijke uitoefening van de decretale opdrachten en verplichtingen van het toekomstige bestuur van de eredienst kan in het gedrang komen door onder meer, maar niet uitsluitend, de samenloop van twee of meer van de volgende elementen, die wordt vastgesteld door de personeelsleden van de bevoegde instantie bij de juridische structuur, vermeld in artikel 7, 1°:

a) het ontvangen van herhaaldelijke financiële giften van dezelfde persoon of organisatie;

b) het ontvangen van schenkingen van goederen die een aanzienlijke kostprijs hebben en noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de eredienst;

c) de rechtstreekse of onrechtstreekse terbeschikkingstelling van personeel door derden;

d) de terbeschikkingstelling door derden van infrastructuur ten kosteloze titel of tegen een niet-marktconforme huurprijs;

e) het bestaan van samenwerkingsverbanden met instellingen die rechtstreeks of onrechtstreeks gelinkt zijn aan organisaties en bewegingen die een extremistische en segregerende geloofsbeleving promoten en verspreiden;

f) de opname in de statuten, oprichtingsakte of beginselverklaring van de juridische structuur, vermeld in artikel 7, 1°, van een band van ondergeschiktheid aan een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;

g) een nauwe band met een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie die blijkt uit het feit dat de juridische structuur, vermeld in artikel 7, 1°:

  1. richtlijnen, ongeacht de aard ervan, ontvangt van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
  2. informatie over de eigen werking, over leden of over bepaalde personen of groepen bezorgt aan een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
  3. structureel en prominent aanwezig is op bijeenkomsten die georganiseerd worden door een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
  4. via de eigen communicatiekanalen activiteiten promoot van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
  5. verbonden is met structuren zoals verenigingen of koepelorganisaties die rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden zijn aan of aangestuurd worden door een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
  6. voor de eigen werking actief gebruikmaakt van officiële logo's van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;
  7. gebruikmaakt van infrastructuur in eigendom van een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie, en waarvan het gebruiksrecht onvoldoende een onvoorwaardelijke en lange termijn van het gebruik garandeert;
  8. binnen de eigen werking een structurele en prominente aanwezigheid van diplomatiek personeel toestaat;
  9. via financiële stromen en constructies financieel verbonden is met een buitenlandse actor of een daaraan gelinkte binnenlandse organisatie;

3°/1 ze ontvangt geen financiering of ondersteuning die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met terrorisme, extremisme, spionage of clandestiene inmenging;

3°/2 ze heeft geen banden met:

a) personen of entiteiten als vermeld in artikel 3 en 5 van het koninklijk besluit van 28 december 2006 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen de financiering van het terrorisme;

b) personen, groepen of entiteiten die zijn opgenomen in de lijst, vermeld in artikel 2, 3 en 4 van het gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB van de Raad van 27 december 2001 betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme, en in de daaropvolgende besluiten van de Raad tot actualisering van de lijst van personen, groepen en entiteiten, vermeld in artikel 2, 3 en 4 van het gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB;

3°/3 ze heeft geen banden met:

a) personen als vermeld in artikel 1, 10°, 14°, 16° en 17°, van het koninklijk besluit van 21 juli 2016 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters;

b) personen, rechtspersonen en feitelijke verenigingen als vermeld in artikel 1, 11°, van het koninklijk besluit van 23 april 2018 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Haatpropagandisten en tot uitvoering van sommige bepalingen van afdeling 1bis “Het informatiebeheer” van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt;

4° ze toont de maatschappelijke relevantie aan van de lokale geloofsgemeenschap aan de hand van:

a) de bevestiging door het representatief orgaan dat de lokale geloofsgemeenschap minstens tweehonderd leden telt binnen de gebiedsomschrijving;

b) de zorg voor de materiële voorwaarden die de uitoefening van de eredienst en het behoud van de waardigheid ervan mogelijk maken;

c) het onderhoud en de bewaring van de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst;

d) het onderhouden van duurzame contacten met de lokale overheid van de gemeente waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn;

e) het respecteren van het principe van goed nabuurschap en het onderhouden van duurzame contacten met de lokale gemeenschap waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn;

5° de leden van het voorlopig bestuursorgaan leven, behalve bij incidentele overmacht, al de volgende verplichtingen na:

a) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook, medewerking te verlenen aan activiteiten die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan;

b) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de organisatie en werking van het voorlopig bestuursorgaan;

c) de verplichting om alle redelijke inspanningen te ondernemen om personen die in door de lokale geloofsgemeenschap gebruikte lokalen en plaatsen aanzetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of de leden daarvan, te weren uit de gebruikte lokalen en plaatsen;

d) de verplichting om, onverminderd de vrijheid van godsdienst, alle redelijke inspanningen te ondernemen om geldende wetgeving na te leven en niet hun medewerking te verlenen aan handelingen strijdig met de geldende wetgeving, in het bijzonder de Grondwet en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;

e) de verplichting om in geen geval, op welke wijze dan ook aan te zetten tot discriminatie, haat of geweld jegens een persoon, een groep, een gemeenschap of leden daarvan;

6° ze toont aan dat het toekomstig bestuur van de eredienst voor de gebouwen die bestemd zijn voor de uitoefening van de eredienst, houder is van een van de onderstaande rechten of overeenkomsten. Aan dit criterium is ook voldaan als de gebouwen die bestemd zijn voor de uitoefening van de eredienst, in eigendom zijn van een Belgische publieke rechtspersoon:

a) een zakelijk recht dat voldoet aan de modaliteiten en voorwaarden, vermeld in boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek: volle eigendom of mede-eigendom;

b) een zakelijk gebruiksrecht dat voldoet aan de modaliteiten en voorwaarden, vermeld in boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek: erfpacht, vruchtgebruik of opstal;

c) een schriftelijke huurovereenkomst naar gemeenrecht conform artikel 1737 van het Burgerlijk Wetboek van bepaalde duur van minstens vijftien jaar zonder de mogelijkheid van een vervroegde beëindiging door de verhuurder;

7° het voorlopig bestuursorgaan bezorgt de voor- en achternaam, adres, rijksregisternummer, emailadres, telefoonnummer, nationaliteit, geboortedatum en geslacht van de leden van het voorlopig bestuursorgaan aan de Vlaamse Regering, het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente. Als er tussentijdse wijzigingen zijn, meldt het voorlopig bestuursorgaan dat binnen dertig dagen aan deze instanties;

8° ze heeft enkel bedienaars van de eredienst en hun vervangers die voldoen aan de inburgeringsplicht die in voorkomend geval op hen van toepassing is conform het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie en inburgeringsbeleid;

9° ze verbindt zich ertoe om de wedde van haar bedienaars van de eredienst ten laste te laten nemen door de federale overheid conform artikel 181 van de Grondwet en de wet van 2 augustus 1974 betreffende de wedden van de titularissen van sommige openbare ambten, van de bedienaars van de erkende erediensten en van de afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad;

Conform artikel 67, § 4, van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen heeft de adviserende gemeente een termijn van 4 maanden om zijn advies over de erkenningsaanvraag te bezorgen. Wanneer het advies niet tijdig wordt verstrekt, kan de Vlaamse Regering aan de adviesvereiste voorbij gaan. 

De Stad beschikt over onvoldoende gegevens om een advies uit te brengen over de erkenningsverplichtingen 3°, 3°/1, 3°/2, 3°/3; 4° b) en c); 6°; 7°; 8° en 9°. De Provincie Oost-Vlaanderen, bevoegd voor het toezicht en de controle op de temporalia van de lokale islamitische en orthodoxe gemeenschappen, en de Informatie- en screeningsdienst lokale geloofsgemeenschappen (ISD) van het Agentschap Binnenlands Bestuur, bevoegd om na te gaan of de erkenningszoekende geloofsgemeenschappen en de reeds erkende besturen van de eredienst voldoen aan alle erkenningsverplichtingen, zijn de aangewezen adviesverlenende instantie voor deze criteria. Wat de erkenningsverplichting 2° betreft (financiële leefbaarheid) moet ook verwezen worden naar de Provincie Oost-Vlaanderen als eventuele toekomstige toezichthoudende overheid.

Op basis van de beschikbare informatie wordt met betrekking tot onderstaande erkenningscriteria het volgende vastgesteld:

1° ze heeft een juridische structuur die aangepast is aan het aangevraagde openbaar statuut en waarover er transparantie is;

De betrokken lokale geloofsgemeenschap beschikt over een juridische structuur in de vorm van een vzw,  opgenomen in de publiek raadpleegbare Kruispuntbank der Ondernemingen onder het ondernemingsnummer 0876.577.815. De zetel van de vereniging is gevestigd Kazemattenstraat 80, 9000 Gent. Volgens de aanvraag (p. 1) bevestigt het representatief orgaan dat de juridische structuur niet is gewijzigd sinds 2022. De aanvraag bevat geen bijlage “Statuten juridische structuur lokale geloofsgemeenschap”. Uit raadpleging van de KBO blijkt echter dat er in 2023 nog een wijziging in de Raad van Bestuur is geweest (https://www.ejustice.just.fgov.be/tsv_pdf/2023/04/14/23051365.pdf). 

 Via de KBO raadpleging kan wel aan de vereiste transparantie worden voldaan.

2° ze is financieel leefbaar en biedt transparantie daarover;

Bij de balanscentrale van de nationale bank zijn geen neergelegde en door de NBB aanvaarde jaarrekeningen beschikbaar. We beschikken bijgevolg enkel over de financiële informatie die bijgevoegd werd bij de erkenningsaanvraag.  

Er zijn een beperkt aantal transacties geweest met Eyüp Sultan Moskee vzw in het kader van de werking ‘Gent Ongekend’ voor eerder bescheiden bedragen (< 200 EUR) en daterend van 2014 of vroeger. Deze transacties zijn volledig afgerond; er zijn m.a.w. geen openstaande schulden van de vzw aan de Stad/het OCMW en geen openstaande schulden van Stad/OCMW Gent aan de vzw. 

De financiële leefbaarheid wordt verder ook getoetst op basis van ratioanalyse van de resultaten van boekjaar 2023. Op basis van het genormaliseerd minimaal schema van de staat van de ontvangsten en uitgaven (zoals neergelegd bij de griffie), merken we voor 2023 een aanzienlijk tekort op van 100k EUR waardoor het overgedragen resultaat van 112k EUR wordt gereduceerd tot 12k EUR. Er wordt geen informatie verstrekt over de balans, behalve wat betreft de liquiditeiten (9k EUR bank en 3k EUR kas). Die informatie valt niet te reconciliëren met het bijgevoegde ‘Minimaal schema van de staat van het vermogen’ waar melding wordt gemaakt van 89k EUR aan roerende activa. Er wordt geen informatie verschaft over de aansluiting tussen rekeningcijfers van 2023 zoals opgenomen in bijlage ‘Financiële gedeelte van de jaarrekening” en de cijfers zoals opgenomen in het genormaliseerd minimaal schema van de staat van de ontvangsten en uitgaven (zoals neergelegd bij de griffie). Mogelijks worden de verschillen tussen beide verklaard door de activiteiten van de vzw die niet gelinkt zijn aan de organisatie van de eredienst. 

De rekeningcijfers van 2023 zoals opgenomen in bijlage ‘Financiële gedeelte van de jaarrekening” liggen in lijn met deze van het bijgevoegde meerjarenplan; evenwel met een substantiële verhoging in de uitgaven voor ‘gebouwen van de eredienst’. Deze toename wordt niet verklaard. 

Het meerjarenplan houdt rekening met een beperkte jaarlijkse indexatie over alle voorziene posten. 

De strategische nota geeft aan dat ‘De exploitatie-uitgaven voor de periode 2025 tot en met 2030 zijn geraamd op basis van de cijfers van de laatst vastgestelde erkende jaarrekening met een jaarlijkse stijging van ongeveer 2,5%’. 

We concluderen dat het op basis van de verstrekte informatie moeilijk is om een gefundeerde uitspraak te doen over de financiële leefbaarheid van vzw Eyüp Sultan moskee. Op basis van de neergelegde resultaten van boekjaar 2023 duiden we op het aanzienlijke werkingstekort van 2023. Om te zien in welke mate dit een risico vormt voor de financiële leefbaarheid is bijkomende informatie nodig: meer inzicht in de balans van de vzw en in de aansluiting tussen uitgaven en ontvangsten zoals opgenomen in bijlage ‘Financiële gedeelte van de jaarrekening’ en de cijfers zoals opgenomen in het genormaliseerd minimaal schema van de staat van de ontvangsten en uitgaven (zoals neergelegd bij de griffie). 

4° ze toont de maatschappelijke relevantie aan van de lokale geloofsgemeenschap aan de hand van:

d) het onderhouden van duurzame contacten met de lokale overheid van de gemeente waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn;

e) het respecteren van het principe van goed nabuurschap en het onderhouden van duurzame contacten met de lokale gemeenschap waar de gebouwen bestemd voor de uitoefening van de eredienst gelegen zijn.

De Dienst Lokaal Sociaal Beleid nam het initiatief om de adviesvraag voor advies door te sturen naar relevante interne diensten. De politie werd op de hoogte gesteld van de aanvraag en zal deze vanuit politioneel kader behandelen via de eigen geijkte kanalen. 

De Stad Gent heeft contacten met de moskeeverenigingen via de Vereniging van Gentse Moskeeën (VGM). Ad hoc overlegt de Stad met de VGM over signalen die men capteert en die gelinkt kunnen zijn aan de moskeeverenigingen. Vzw Eyüp Sultan is lid van de VGM. De voorzitter van de moskeevereniging was tot voor kort ook voorzitter van de VGM en was het aanspreekpunt tussen de VGM en het stadsbestuur.

De moskee werkt goed samen in open communicatie met het stadsbestuur: ze zijn steeds aanwezig op overlegmomenten met het stadsbestuur of met andere diensten van de stad Gent.

De Eyüp Sultan moskee is de grootste moskee in Gent. De werking van de moskee richt zich naar de ruime omgeving, naar gelovigen van hoofdzakelijk Turkse origine en is niet-wijkgebonden.

De moskee stelt zich constructief op naar de buurt. Bij de start en het einde van de Ramadanperiode onderneemt de moskee initiatieven bij de buurtbewoners om hen te informeren over eventuele overlast. Buurtbewoners kunnen hierbij rechtstreeks de verantwoordelijken van de moskeevereniging aanspreken. Bij plannen en projecten vanuit de stad (heraanleg straten in de buurt) ervaart de Stad een betrokkenheid en een wil om mee naar oplossingen te zoeken. De moskee werkt samen met de buurt mee aan de actie “Proper Gent”.

Vanaf 2015 was er een vrouwenwerking in de moskee die openstond voor deelname uit de buurt. Er was vanuit de Stad een goede samenwerking met deze vrouwenwerking. Zo werden er een aantal vormingssessies georganiseerd m.b.t. het thema ‘herkennen van radicalisering’. De moskee was en blijft steeds bereid om bij een opvolgtraject op caseniveau samen te werken.

 De moskee legt de focus op de eigen werking van religie en zingeving en staat open voor iedereen tijdens de openingsuren van de ontmoetingsruimte, bvb voor een bezoek (rondleiding) aan de moskee of om een drankje nuttigen in de cafetaria. De moskee ontvangt wekelijks groepen studenten/middenveldorganisaties voor rondleidingen in de moskee met als onderwerp ‘de werking van een moskee en kennismaking met de islam als religie’.

Een paar jaar geleden werd het Turks Cultureel Centrum (TCC) opgericht, een socio-culturele werking die probeert een brug te zijn tussen de moskee en de omgeving en het wederzijds vertrouwen te verhogen. Deze werking zet in op een activiteitenaanbod waarbij de deur openstaat voor buurtgerichte samenwerking. Zo is in samenwerking met De Kazematten en met steun van het wijkbudget een jongerenwerking van start gegaan die vooral inzet op huistaakbegeleiding en het stimuleren van ontmoeting.

 5° de leden van het voorlopig bestuursorgaan leven, behalve bij incidentele overmacht, al de volgende verplichtingen na:

De betrokken lokale geloofsgemeenschap toont aan dat zij aan de punten a) tem e) van dit criterium voldoet door het ondertekenen van een verklaring op eer.

Gelet op bovenstaande informatie, kan voor de criteria 1,  4 a) d) en e) een gunstig advies worden verleend. Voor criterium 2 adviseren we ABB om verder financieel onderzoek uit te voeren om volledige transparantie te verkrijgen.

Activiteit

AC35556 Bieden van strategische en financiële (beleids)ondersteuning aan het departement

Besluit

Artikel 1

De erkenningsaanvraag van de lokale geloofsgemeenschap Eyüp Sultan wordt, voor de getoetste erkenningscriteria, als ‘gunstig onder voorwaarden’ (zie advies tot bijkomend onderzoek naar financiële leefbaarheid) geadviseerd.


Bijlagen

  • Erkenningsaanvraag