In Gent – net zoals in vele andere Vlaamse steden – kampen we met een ernstig, structureel tekort aan publieke zwembaden. Dat tekort zal in de komende jaren enkel verergeren. Drie van de vier Gentse zwembaden zijn dringend aan vernieuwing toe, en zelfs met bijkomende investeringen hebben ze slechts een beperkte resterende levensduur.
Ondertussen stijgt de vraag: meer kinderen moeten leren zwemmen, sportclubs zoeken wateruren, en steeds meer mensen willen recreatief zwemmen. Het gevolg: onhoudbare druk op de huidige capaciteit, iets wat ook schepen Van Braeckevelt onlangs erkende in de pers. Maar over het goedgekeurde Masterplan Zwembaden bleef het stil. Nochtans is dit plan essentieel om tot een duurzame, structurele oplossing te komen.
Daarnaast duiken ook tijdelijke alternatieven op. Zo lanceerde Swimwise recent een innovatieve Swimcube – een verrijdbaar twaalfmeterbad, vooral bedoeld voor zwemlessen in kleuter- en lagere scholen. Zulke initiatieven kunnen op korte termijn de druk verlichten voor scholen en sportclubs. Daarom is er dringend nood aan een doordachte visie die lange- en kortetermijnoplossingen combineert.
Daarom deze vragen;
Geachte Heer Cammaert,
Bedankt voor uw vraag. In uw eerste 3 vragen gaat u uit van een afname van publiek beschikbaar zwemwater. Laat mij toe te onderstrepen dat ik in tijden van zwemwatertekort, geen afname gepland heb van beschikbaar zwemwater. Het uitgangspunt vandaag is om de bestaande infrastructuur open te houden tot er nieuwe capaciteit is. Nieuwe infrastructuur die enerzijds de oude capaciteit vervangt, maar ook een sprong voorwaarts is qua beschikbare zwembaantjes. Dus nee, geen afbouw van wat nu is en dus ja, schoolzwemmen is en blijft de prioriteit.
In uw volgende 3 vragen verwijst u naar het raadsbesluit dat we goedkeurden in de Gemeenteraad van maart. We hebben toen gevalideerd:
'De gemeenteraad draagt het college van burgemeester en schepenen op om een Masterplan Zwembaden (met bijhorend budget) op te stellen, met de bedoeling om op een termijn van tien jaar te voorzien in een adequaat zwembad-aanbod en minstens ter vervanging van de capaciteit die einde levensduur komt in die periode. Het nieuwe Masterplan wordt ook ingeschreven in het nieuwe meerjarenplan.'
Aangezien het nieuwe meerjarenplan nog niet is ingeblikt en de debatten daarover nog lopen, kan ik vandaag nog geen definitieve uitspraken doen over hoe en wat nu budgettair is voorzien. Vanzelfsprekend is dat wel een fundamentele. Maar wat ik wel kan meegeven rond de huidige stand van zaken masterplan zwemmen dat er verschillende analyses lopende zijn:
De investeringen die we de volgende jaren doen in zwemwater, moeten bijdragen tot een oplossing op korte, maar vooral ook op lange termijn. Die afweging moeten we in budgettaire krappe tijden goed maken. Ik zou de frustraties op korte termijn kunnen begrijpen, mochten die opduiken, maar de richting waarin we varen is cruciaal. Dit gezegd zijnde, budgettair ifv nieuw meerjarenplan zullen we dus enerzijds nog renovatiebudget moeten voorzien voor de huidige infrastructuur als ontwerpbudget voor de nieuwe grootschalige zwemcapaciteit. Zodat het dossier klaar is voor uitvoering tegen eind deze legislatuur. En als de Vlaamse overheid, die terecht de lat voor zwemmen op school hoog legt, de Stad ook zou ondersteunen bij deze grote sprong voorwaarts.
Collega's daarrond nog een oproep: als we per baantje in plaats van per zwembad een subsidie toegekend zouden kunnen krijgen, zou dat voor onze uitdaging een hele stap vooruit zijn. Dus collega's in het Vlaams Parlement, neem dat gerust mee in jullie besprekingen.
Als uitsmijter geef ik toch graag twee cijfers mee.
Waarom geef ik die cijfers? Omdat u vraagt naar mijn langetermijnvisie: Die is helder. Dat elk kind in deze stad kan zwemmen. En dat we daar zowel zwemwater àls zwemlessen voor voorzien.