Terug
Gepubliceerd op 16/04/2025

2025_MV_00295 - Mondelinge vraag van raadslid Karlijn Deene: Communicatie met ouders in andere talen dan het Nederlands in stedelijke scholen

commissie welzijn, werk, onderwijs, participatie en personeel (WWOPP)
di 15/04/2025 - 19:00 Gemeenteraadszaal
Datum beslissing: wo 16/04/2025 - 10:27
Behandeld

Samenstelling

Aanwezig

Bert Misplon, Fractievoorzitter Groen; Dilek Arici; Rudy Coddens, Voorzitter Gemeenteraad; Zeneb Bensafia, Plaatsvervangende voorzitter Gemeenteraad; Stephanie D'Hose, Fractievoorzitter Voor Gent; Karlijn Deene; Patricia De Beule; Ronny Rysermans; Laura Schuyesmans; Sophie Vanonckelen; Veerle Baert; Sabena Donkor; Jonas Naeyaert, Fractievoorzitter Vlaams Belang; Fourat Ben Chikha; Pascal Vlaeminck; Filip Van Laecke; Tom De Meester, Fractievoorzitter PFDA; Filip Watteeuw; Sofie Bracke; Bram Van Braeckevelt; Astrid De Bruycker; Evita Willaert; Jenna Boeve; Bob Cammaert; Mathieu Cockhuyt; Yilmaz Cetinkaya; Tom Van Dyck

Afwezig

Yüksel Kalaz; Isabelle Heyndrickx, Fractievoorzitter CD&V; Els Roegiers; Lies Vanpeperstraete; Stefaan De Winter; Frederik Sioen; Liesbet De Weder; Charlotte Coucke; Simon Smagghe; Julie Steendam; Barbara Bonte; Johan Deckmyn; Anneleen Schelstraete; Maarten De Grauw; Emmanuelle Mussche; Bart Tembuyser; Jeroen Paeleman; Sherley Blomme

Secretaris

Tom Van Dyck

Voorzitter

Dilek Arici
2025_MV_00295 - Mondelinge vraag van raadslid Karlijn Deene: Communicatie met ouders in andere talen dan het Nederlands in stedelijke scholen 2025_MV_00295 - Mondelinge vraag van raadslid Karlijn Deene: Communicatie met ouders in andere talen dan het Nederlands in stedelijke scholen

Motivering

Toelichting/Motivering/Aanleiding

Recent werd me gemeld dat er in de stedelijke basisschool Het Prisma een meertalige affiche gericht aan de ouders in het schoolgebouw te lezen was. Concreet gaat het om een affiche die ouders uitnodigt om gebruik te maken van een ‘weggeefkast’ of om een bijdrage te doen aan dit initiatief, dat op zich uiteraard lovenswaardig is. De affiche is opgesteld in het Nederlands, Engels, Frans en Arabisch (zie bijlage).

Op zijn website besteedt het tijdschrift Klasse aandacht aan de taalwetgeving in een onderwijscontext. Op de vraag van een directeur over het gebruik van andere talen in de communicatie met ouders (“Een kwart van de ouders van mijn leerlingen spreekt geen Nederlands. Daardoor zijn er vaak kleine misverstanden. Ik zou dus graag af en toe een Franse en Engelse vertaling van belangrijke brieven meegeven. Mag dat?”) wordt het volgende antwoord gegeven:

“Dat mag uitzonderlijk.

Volgens de bestuurstaalwetgeving (SWT) is een school een openbare dienst. Ze stelt dat communicatie er enkel in het Nederlands mag. Alleen in de Franstalige scholen in de faciliteitengemeenten gelden uitzonderingen voor het gebruik van het Frans.

Alleen als het absoluut noodzakelijk is in het algemene belang, staat de Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VTC) toe dat je naast het Nederlands ook andere talen gebruikt. Haar adviezen bevatten 4 criteria waaraan je anderstalige communicatie moet voldoen:

  1. Je school gebruikt andere talen niet systematisch. Alleen in uitzonderlijke gevallen, beperkt in omvang of als tijdelijke overgangsmaatregel.
  2. Je gebruikt de vreemde taal met een bijzonder doel. Bijvoorbeeld: integratie bevorderen, gezondheid en veiligheid garanderen, anderstaligen informeren over het bestaan van een dienstverlening …
  3. Je gebruikt de anderstalige boodschap naast het Nederlands. Ze bevat niet méér of andere informatie. Je vermeldt duidelijk dat het om een vertaling gaat.
  4. De anderstalige tekst is alleen bestemd voor het anderstalige doelpubliek. Specifiek voor anderstalige nieuwkomers is de duur van hun verblijf bepalend. Concreet oordeelt de VTC dat een vreemde taal gebruiken hier kan als zij zich in een eerste integratiefase bevinden en nog niet de kans hadden voldoende Nederlands te leren (kennen).”

Of aan de eerste voorwaarde voldaan is valt niet te beoordelen op basis van de vermelde casus, aan de tweede is misschien eerder wel voldaan, en aan de derde zeker. Maar aan de vierde is duidelijk niet voldaan: de boodschap is immers niet alleen bestemd voor het anderstalige doelpubliek, maar is open en bloot voor iedereen te lezen.

 

Indiener(s)

Karlijn Deene

Gericht aan

Evita Willaert

Tijdstip van indienen

do 03/04/2025 - 12:58

Toelichting

  1. Is de schepen hiervan op de hoogte? Is de schepen het ermee eens dat de taalwetgeving niet gerespecteerd werd? Welke opvolging zal de schepen hieraan geven?
  2. Hoe communiceren stedelijke scholen met anderstalige ouders? Kan de schepen garanderen dat er niet ook systematisch in een andere taal dan het Nederlands gecommuniceerd wordt (e-mails, brieven)? Wat is het specifieke beleid met betrekking tot ouders die tot de groep anderstalige nieuwkomers behoren: hoe lang duurt de ‘eerste integratiefase’ in dit verband?

Bespreking

Antwoord

Beste mevrouw Deene, bedankt voor uw vraag.

Volgens de Vlaamse taalwetgeving moet de bestuurstaal van scholen in Vlaanderen het Nederlands zijn. Dit betekent dat officiële communicatie van de school naar ouders in het Nederlands moet gebeuren. 

Echter, er zijn, zoals u aangeeft, collega Deene, uitzonderingen mogelijk. In de praktijk wordt vaak aangenomen dat scholen enige flexibiliteit hebben om anderstalige ouders te bereiken, mits het Nederlands de hoofdtaal blijft. Dat blijkt ook uit recente adviezen van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT). (bv. Advies 56.293).

Collega Deene, of dit specifieke geval 100% voldoet aan de voorwaarden die de VCT vooropstelt, kan ik niet volledig inschatten op basis van de gegevens die nu voorliggen. Ik weet bijvoorbeeld niet of dit een initiatief van de school of de ouders is, of dit een tijdelijk initiatief is, wat de aard van de leerlingenpopulatie van deze school is, etc. Ik heb dat gezien de vakantie niet kunnen achterhalen, en kan bijgevolg niet inschatten hoe de Commissie over deze concrete situatie zou oordelen. Ik ga er wel van uit dat de school ter goeder trouw ouders wilde informeren over een nieuw initiatief, en ik begrijp uit de manier waarop u uw vraag stelt, collega Deene, dat dat voor u ook het geval is. Samen met u stelde ik ook vast dat de taalwetgeving soms meer vragen dan antwoorden oproept, zoals u ook aangeeft in uw vraagstelling. 

Het allerbelangrijkste is, zoals u zelf ook aangeeft, uw tweede vraag. In de eerste plaats wil ik benadrukken dat ouderbetrokkenheid van groot belang is om goed onderwijs waar te maken. Als stad zetten we sterk in op partnerschap tussen school en gezin, bijvoorbeeld door de brugfiguren. We doen als stad dan ook inspanningen om alle ouders te betrekken – ook ouders die een andere taal spreken. 

Het Stedelijk Onderwijs neemt verschillende initiatieven om goed te communiceren naar alle ouders. Het antwoord op uw tweede vraag, collega Deene, splits ik graag op tussen enerzijds schriftelijke en anderzijds mondelinge communicatie naar anderstalige ouders.

De standaard schriftelijke communicatie van scholen naar anderstalige ouders gebeurt natuurlijk in het Nederlands. In de meeste gevallen gebruiken de scholen een online communicatieplatform (Questi, Smartschool …). De meest courant gebruikte apps hebben standaard ook een vertaalfunctie ingebouwd, zodat anderstalige ouders de Nederlandstalige communicatie eventueel eenvoudig kunnen vertalen naar hun eigen thuistaal, als zij dat zelf nodig achten. 

Scholen bieden ook de mogelijkheid aan anderstalige ouders om samen met hen geschreven communicatie (in het Nederlands) te overlopen en extra uitleg te geven. 

Scholen met veel anderstalige ouders maken ook gebruik van Sclera om hun schriftelijke communicatie verstaanbaar te maken voor anderstalige ouders en ouders die moeite hebben met lezen (bv. omwille van analfabetisme). Sclera is een website met pictogrammen, specifiek ontwikkeld voor onderwijs.  

Mondelinge communicatie met ouders gebeurt uiteraard ook standaard in het Nederlands. In een uitzonderlijk geval kan Frans, Engels of een andere taal die het personeelslid in kwestie machtig is, de communicatietaal zijn als het gaat om niet-gevoelige gesprekken (bv. uitleg over een schooluitstap). Belangrijke gesprekken gaan steeds door in het Nederlands. Wanneer het nodig is, kan dat gebeuren in het bijzijn van een beëdigde tolk. 

Op uw specifieke vraag rond de duur van een eerste integratiefase bestaat geen eenduidig antwoord. Hoe lang deze fase duurt, hangt af van persoon tot persoon. Dat bevestigt ook de website van de Vlaamse overheid (https://www.communicatiewaaier.be/taalwetgeving). Daar lees ik:“Je mag enkel andere talen gebruiken bij personen die zich in een eerste integratiefase bevinden en nog niet voldoende de kans kregen om Nederlands te leren en te kennen. De bepaling van het feit of iemand al dan niet de gelegenheid had om voldoende Nederlands te leren en te leren kennen moet je in elke situatie per individu of groep individuen afzonderlijk beoordelen.” In dit geval zijn het dus de scholen, die de ouders het beste kennen, die het beste geplaatst zijn om de inschatting te maken. 

Ik heb ook begrepen uit opzoekingswerk, collega Deene, dat een collega van u in het Vlaams Parlement deze vraag rond eerste integratiefase voorlegde aan toenmalig Minister van Inburgering, Bart Somers, en dat zij ook op haar honger moest blijven wat precies bedoeld werd met eerste integratiefase. Dit is alvast de invulling die eraan gegeven wordt op de website van de Vlaamse Overheid.

wo 16/04/2025 - 10:34