Recent maakte Vlaanderen geld vrij voor extra kinderopvang. Deze financiële steun kan de stad goed gebruiken, maar daarmee is het probleem zeker niet van de baan. Tevens wordt het kleuterlabel afgeschaft en vervangen door een lokale erkenning van (opvang)aanbod. Daarover hebben wij nog een paar vragen.
-Kan de schepen toelichting geven over hoe deze lokale erkenning concreet zal verlopen?
-Welke partners komen in aanmerking voor lokale erkenning?
-Hoe worden de gesprekken met de partners concreet aangepakt?
-Welke actoren wil de schepen betrekken in dit samenwerkingsverband en welke rol speelt elke actor daarin?
Beste raadsleden Donkor en Van Laecke, bedankt voor uw vragen over BOA en de concrete uitwerking ervan in onze stad.
Graag schets ik kort nog even waar BOA over gaat. BOA staat voor Buitenschoolse Opvang en Activiteiten.
Het kader en de grote lijnen zijn uitgetekend op Vlaams niveau in het BOA-decreet. De concrete invulling gebeurt op lokaal niveau. De bedoeling is om vanaf 2026 te komen tot een geïntegreerd en toegankelijk aanbod van buitenschoolse activiteiten voor alle kinderen. Het gaat zowel over aanbod op schooldagen als tijdens de vakantie.
Het BOA decreet bepaalt dat de regie over de buitenschoolse opvang en activiteiten vanaf 2026 bij het lokaal bestuur komen te liggen. Alleen… voor de concrete uitwerking wachten we nog altijd op de officiële uitvoeringsbesluiten van Vlaanderen. Dat maakt het allemaal nog wat onzeker.
Dat maakt, beste raadsleden, dat ik nog geen antwoord kan geven op alle concrete vragen, maar ik bezorg u alvast de beschikbare procesinformatie.
Ten eerste: het budget. Hoeveel Vlaamse centen komen naar Gent voor BOA.
We hebben sinds een paar weken zicht op de weliswaar voorlopige cijfers die Vlaanderen aan Gent toekent. Die zijn officieel meegedeeld in de nieuwsbrief van Agentschap Opgroeien.
Belangrijk om nog mee te geven:
eind februari laatstleden kondigde Opgroeien aan dat de lokale besturen (naast hun regierol) ook verantwoordelijk worden voor de erkenning, de opvolging én de handhaving van het aanbod. Dat betekent dus nog meer taken en verantwoordelijkheden voor de stad, en uiteraard ook meer nood aan middelen om dat allemaal goed te kunnen waarmaken.
De vorige Vlaamse regering voorzag 110 miljoen euro voor BOA; deze regering voorzag daarbovenop een extra 80 miljoen euro. Maar volgens berekeningen van VVSG is er 300 miljoen euro nodig om de opvangdoelstellingen van het decreet te realiseren. 110 plus 80 is 190, dus we zijn er nog niet. Samenvattend kunnen we zeggen: alle verantwoordelijkheid komt bij de lokale besturen te liggen, zonder voldoende middelen van Vlaanderen.
Daarnaast vroeg u, raadslid Donkor, naar de verdeling van de middelen over alle partners.
De Dienst Kinderopvang en de Jeugddienst, die de regie in handen nemen, zijn momenteel volop bezig met het uitwerken van concrete kaders. Dit doen ze op basis van een stevige voorbereiding. Er zijn vier belangrijke bronnen waarop ze zich baseren:
Het is de bedoeling om de voorlopige kaders voor de zomer te bespreken met vertegenwoordigers uit het BOA-veld (denk aan scholen, vrijetijdsaanbieders en stadsdiensten) om hun feedback te verzamelen. Zo zorgen we voor een breed gedragen verhaal, met ruimte voor inspraak en bijsturing. Daarna volgt de verwerking en komen de voorstellen naar de gemeenteraad.
Dan, de proefprojecten vormen een belangrijke pijler voor de verdere uitrol van BOA.
De proefprojecten zijn gestart als voorbereiding op de uitrol van het decreet en bevatten heel diverse en waardevolle experimenten – zowel voor kinderen, gezinnen, als voor de partners in het veld.
Het zijn 4 lopende proefprojecten, gekozen in consensus door het Samenwerkingsverband:
Raadslid Donkor, U vraagt concreet of de proefprojecten geëvalueerd worden. Ik kan dat bevestigen.
Deze proefprojecten worden nu al grondig opgevolgd:
Er zijn 2 evaluaties voorzien:
Ik maak graag van de gelegenheid gebruik om aan te kondigen dat we beslist hebben om deze proefprojecten met een schooljaar te verlengen – tot juni 2026. Normaalgezien zouden ze aflopen in juni 2025. Aangezien BOA nu officieel ten vroegste kan starten op 1 januari 2026, zorgen we er met deze verlenging voor dat er geen onderbreking is. We hebben meteen ook verlengd voor de looptijd van een schooljaar. Zo zorgen we voor continuïteit en kunnen we de opgebouwde kwaliteit echt verankeren.
Zoals ik daarnet zei, spelen verschillende partners een belangrijke rol in de verdere voorbereiding van BOA. Raadslid Van Laecke, u stelt hierover een aantal concrete vragen.
U vraagt welke actoren betrokken zijn en hoe gesprekken met partners verlopen. De verschillende sectoren worden actief betrokken via gesprekken en via het samenwerkingsverband. Het BOA Samenwerkingsverband – dat trouwens decretaal verplicht is - werd in Gent al opgericht in 2021, in navolging van de eerste deel van het BOA-decreet dat toen in werking trad. Het is het structureel overlegplatform van en voor alle betrokkenen bij buitenschoolse activiteiten van kleuters en lagereschoolkinderen in onze stad.
Het samenwerkingsverband is samengesteld uit een brede vertegenwoordiging van aanbieders, gebruikers en toeleiders van opvang en activiteiten.
Als stad nemen we hierin het initiatief en organiseren we het samenwerkingsverband. Voor de samenstelling verwijs ik graag naar het raadsbesluit van juni 2021 daarover.
Raadslid Donkor, U vraagt naar de volgende stappen in de uitrol van het BOA-decreet. Ook de vragen van collega Van Laecke rond lokale erkenning knopen daarbij aan.
Zoals daarnet gezegd ligt de focus dit jaar vooral op het uittekenen van de spelregels: we werken aan een lokaal erkennings- en subsidiekader, in overleg met alle BOA-actoren. Dat gebeurt door onze BOA-regisseur, in overleg met heel wat partners: vb. onderwijspartners, organisatoren van buitenschoolse opvang en activiteiten, de jeugddienst en Brede School. Ook Agentschap Opgroeien biedt hier ondersteuning aan.
Raadslid Van Laecke, U vraagt welke partners in aanmerking komen voor de lokale erkenning. Daar kan ik eenvoudig op antwoorden; dat zijn de aanbieders van buitenschoolse opvang en activiteiten die een aanvraag indienen en voldoen aan de voorwaarden beschreven in het nog te bepalen erkenningskader, waar we dus volop mee bezig zijn.
Wat de concrete timing betreft: We wachten nog op de goedkeuring van de aanpassingen aan het BOA-decreet op het Vlaamse niveau. Daarin zal onder andere staan wat de opdracht van het lokale bestuur precies wordt rond die erkenning, en welke voorwaarden Vlaanderen oplegt. Pas daarna kan het erkenningskader definitief vastgelegd worden.
In Gent houden we de volgende timing aan: voor de zomer wordt het erkenningskader besproken met het BOA samenwerkingsverband, zoals al gezegd. Daarna werken we het verder uit en leggen we het voor aan het schepencollege en de gemeenteraad. Dat moet ervoor zorgen dat we tegen 2026 klaar zijn om op een doordachte en gedragen manier van start te gaan. Vanaf dan rollen we het BOA-decreet stap voor stap uit in Gent, met als doel om in 2031 volledig op kruissnelheid te zijn – mét extra aandacht voor toegankelijkheid en voor kinderen met specifieke noden.
wo 16/04/2025 - 11:13