Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40, § 1.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 2.
In 2025 lopen in principe de (meerjarige) subsidieovereenkomsten af. Aangezien het strategisch meerjarenplan en het meerjarenbudget nog niet beslist zijn, kan momenteel niet gestart worden met het heronderhandelen van deze subsidieovereenkomsten. De gesubsidieerde vzw’s komen zo in juridische onzekerheid: de tewerkstelling van vele personeelsleden bij deze gesubsidieerde vzw’s hangt namelijk af van deze heronderhandeling. De Stad en het OCMW sluiten vaak overeenkomsten af met derden om op het terrein aan de slag te gaan (opbouwen van een netwerk, contacten met burgers, bewoners, organisaties, bedrijven,...). Daarin zijn een vertrouwensband en bekendheid van de medewerkers cruciaal. Het feit dat het gesubsidieerd personeel binnen die betreffende subsidieovereenkomsten verder ingezet kan worden, is dan ook cruciaal voor het efficiënt realiseren van de doelstellingen.
Om te vermijden dat vzw’s personeel in vooropzeg plaatsen en de continuïteit van de werking dus in het gedrang komt, is er nood aan een formele garantie voor het personeel. Daarom wordt voorgesteld om de lopende, structurele (meerjarige) subsidieovereenkomsten waarop personeel tewerkgesteld is, opgenomen in de bijlage bij dit besluit, te verlengen t.e.m. 30/6/2026 onder voorbehoud van goedkeuring van de budgetwijziging 2025 en de budgetopmaak 2026 door de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn.
Hiermee wordt echter geen voorafname gedaan op het nieuwe meerjarenplan. Van zodra het nieuwe meerjarenplan en budget gekend zijn, start de oefening om te kijken welke derden het meest geschikt zijn om mee in te staan voor de uitvoering ervan. De bedoeling blijft om begin 2026 volwaardige nieuwe overeenkomsten ter uitvoering van het nieuwe beleid te laten goedkeuren door de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn, waardoor deze voorlopige verlengingen komen te vervallen.
De middelen die voorzien worden in dit verlengingsbesluit zullen echter sowieso voorzien worden voor de vzw, ongeacht de nieuwe eventuele overeenkomst (stopzetting, wijziging grootteorde bedrag, wijziging opdrachten). Voor subsidies waar de Stad/OCMW fungeert als doorgeefluik voor een andere subsidieverstrekker, zal de Stad/OCMW nooit meer betoelagen dan door de subsidieverstrekker voorzien.
Volgende uitbetalingsmodaliteiten zijn van toepassing: het bedrag voor de voorlopige verlenging wordt bij aanvang van 2026 voor 100% uitbetaald. Indien de uiteindelijke, definitieve subsidieovereenkomst gesloten wordt, wordt na ondertekening 90% van het totaalbedrag van de nieuwe overeenkomst uitbetaald min het bedrag van de voorlopige verlengingen. Het resterende saldo van 10% wordt uitbetaald na de geijkte evaluatieprocedure. Voor de prijssubsidies aan sociale restaurants zal de uitbetaling gebeuren volgens de modaliteiten in de moederovereenkomst.
Dienst* | Stad | OCMW |
Budgetplaats | verschillende | verschillende |
Categorie* | E | E |
Subsidiecode | ||
2026 | 11.167.743,18 | 2.333.780,6 |
Totaal | 11.167.743,18 | 2.333.780,6 |
Keurt goed de voorlopige verlenging van subsidieovereenkomsten, opgenomen in de bijlage bij dit besluit, tot 30 juni 2026 onder voorbehoud van goedkeuring van budgetwijziging 2025 en budgetopmaak 2026.