Terug2024_CBS_02503 - OMV_2023146813 R - aanvraag omgevingsvergunning voor het energetisch renoveren van een eengezinswoning + het exploiteren van een warmtepomp - zonder openbaar onderzoek - Maaltebruggestraat, 9000 Gent - Weigering

Gepubliceerd op 15/03/2024
Datum beslissing: do 14/03/2024 - 09:22
college van burgemeester en schepenen
do 14/03/2024 - 08:32 College Raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Wie is verantwoordelijk voor deze materie?

Filip Watteeuw

Aanwezig

Mathias De Clercq, burgemeester-voorzitter; Sofie Bracke, schepen; Tine Heyse, schepen; Astrid De Bruycker, schepen; Sami Souguir, schepen; Bram Van Braeckevelt, schepen; Isabelle Heyndrickx, schepen; Hafsa El-Bazioui, schepen; Evita Willaert, schepen; Rudy Coddens, schepen; Mieke Hullebroeck, algemeen directeur; Liesbet Vertriest, waarnemend adjunct-algemeendirecteur

Verontschuldigd

Filip Watteeuw, schepen

Secretaris

Mieke Hullebroeck, algemeen directeur

Voorzitter

Sofie Bracke, schepen
2024_CBS_02503 - OMV_2023146813 R - aanvraag omgevingsvergunning voor het energetisch renoveren van een eengezinswoning + het exploiteren van een warmtepomp - zonder openbaar onderzoek - Maaltebruggestraat, 9000 Gent - Weigering 2024_CBS_02503 - OMV_2023146813 R - aanvraag omgevingsvergunning voor het energetisch renoveren van een eengezinswoning + het exploiteren van een warmtepomp - zonder openbaar onderzoek - Maaltebruggestraat, 9000 Gent - Weigering

Motivering

Regelgeving waaruit blijkt dat het orgaan bevoegd is

 

Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 15.

 

Op basis van welke regels (rechtsgronden) wordt deze beslissing genomen?

 

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.

 

Wat gaat aan deze beslissing vooraf?

 

Het college van burgemeester en schepenen weigert de aanvraag.

 

WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?

 

Mevrouw Anne Bruynseels met als contactadres Leffingestraat 17, 8000 Brugge heeft een aanvraag (OMV_2023146813) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 25 december 2023.

 

De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen en een ingedeelde inrichting of activiteit handelt over:

Onderwerp: het energetisch renoveren van een eengezinswoning + het exploiteren van een warmtepomp

• Adres: Maaltebruggestraat 25, 9000 Gent

Kadastrale gegevens: afdeling 9 sectie I nr. 582M5

 

Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 23 januari 2024.

De aanvraag volgde de vereenvoudigde procedure.

Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 4 maart 2024.

 

OMSCHRIJVING AANVRAAG

1.       BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT

De aanvraag betreft een gecombineerde omgevingsvergunningsaanvraag met stedenbouwkundige handelingen en een ingedeelde inrichting of activiteit

 

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag situeert zich in de Maaltebruggestraat in de stationsbuurt-Zuid. De omgeving wordt gekenmerkt door gesloten bebouwing, hoofdzakelijk ingevuld door de functie wonen.

 

Het pand in kwestie betreft een eengezinswoning in rijbebouwing bestaande uit twee bouwlagen en een zadeldak. De oppervlakte van het perceel bedraagt 131,2 m². De gevelbreedte meet 4,14 m.

 

Het hoofdgebouw heeft een bouwdiepte van 8,54 m. Achter het hoofgebouw bevinden zich gelijkvloerse aanbouwen met een totale bouwdiepte van 16,04 m. Achteraan het perceel bevindt zich een overdekte constructie.

 

De huidige aanvraag betreft het energetisch renoveren en uitbreiden van een eengezinswoning + het exploiteren van een warmtepomp. De totale bouwdiepte na verbouwing (incl. hoofdvolume) bedraagt 17,15 m. De nieuwe dakrand ligt op een maximale hoogte van 3,78 m. Hiervoor moeten de scheidingsmuren beperkt opgehoogd worden (links : 49 cm). Verder zal het hoofdvolume intern heringericht worden. Hiervoor zullen verschillende wanden verdwijnen en nieuwe wanden worden geplaatst. Ook de trappenkern zal worden gewijzigd. Daarnaast zullen verschillende gevelopeningen worden gewijzigd.

 

De gevels van de achterbouw worden uit aluminium schrijnwerk opgetrokken, aan de zijkanten zijn het schuifwanden, aan de tuinzijde een omhoogplooiend sectionaalpoort.

 

De bestaande berging achterin de tuin wordt afgebroken om plaats te maken voor een nieuw volume. Dit volume wordt achteraan de tuin ingeplant op de rechter en linker perceelsgrens en op max. 1,95 m afstand van de achterste perceelsgrens. Door de positie van het volume wordt een driehoekige patio gecreëerd, waarin de buitenunit van de warmtepomp komt te staan. Dit volume heeft een kroonlijsthoogte van + 2,85 m vanop het maaiveld. De voor en achtergevel worden afgewerkt met aluminium schuiframen.

Beschrijving van de aangevraagde inrichtingen of activiteiten

Volgende rubriek wordt aangevraagd:

 

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioningsinstallaties (van 5 kW tot en met 200 kW) | Luchtwaterwarmtepomp (8,3 kW): WP (binnen- en buitenunit) | klasse 3 | Nieuw

8,3 kW

 

2.       HISTORIEK

Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.

 

BEOORDELING AANVRAAG

3.       EXTERNE ADVIEZEN

Overeenkomstig artikel 35 van het omgevingsvergunningsbesluit zijn er geen externe adviezen vereist.

4.       TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN

4.1.   Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg

GEWESTPLAN

Het project ligt in woongebied volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

GEWESTELIJK RUP

Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.

4.2.   Vergunde verkavelingen

De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.

4.3.   Verordeningen

Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 24 april 2023, van kracht sinds 23 juni 2023.

 

Het ontwerp is in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement.

 

Gewestelijke verordening hemelwater

De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke hemelwaterverordening 2023. (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023)

Zie waterparagraaf.

 

4.4.   Uitgeruste weg

Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

 

5.       WATERPARAGRAAF

 

5.1. Ligging project

Het project ligt in een afstroomgebied in beheer van Provincie Oost-Vlaanderen. Het project ligt niet in de nabije omgeving van de waterloop.

 

Volgens de kaarten bij het Watertoetsbesluit is het project:

- niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied voor zeeoverstroming.

- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen vanuit een waterloop (fluviaal).

- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen door intense neerslag (pluviaal).

- niet gelegen in een signaalgebied.

 

Het perceel is momenteel bebouwd.

 

5.2. Verenigbaarheid van het project met het watersysteem

Droogte

Het hemelwater dat neervalt moet op eigen terrein maximaal vastgehouden worden en niet afgevoerd. Om hier concreet uitvoering aan te geven werd het project aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en het algemeen bouwreglement van de stad Gent inzake hemelwater getoetst.

 

HEMELWATERPUT

Met voorliggende aanvraag wordt de bestaande woning uitgebreid met een gelijkvloers aanbouwvolume. Hierdoor is de aanleg van een hemelwaterput verplicht.

 

De horizontale dakoppervlakte die in rekening moet gebracht worden bedraagt 63,5 m². Hierdoor moet een hemelwaterput voorzien worden met een minimale inhoud van 5.000 l.

 

De hemelwaterput wordt uitgerust met een pompinstallatie die voorziet in het hergebruik van het opgevangen hemelwater voor toiletspoeling, poetswater, wasmachine en gebruik buiten.

 

De aanleg van de ondergrondse constructie mag er geenszins voor zorgen dat er een permanente drainage optreedt met lagere grondwaterstanden tot gevolg. Een dergelijke permanente drainage is immers in strijd met de doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid waarin is opgenomen dat verdroging moet voorkomen worden, beperkt of ongedaan gemaakt. De ondergrondse constructie dient dan ook uitgevoerd te worden als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem.

 

Een grondwaterbemaling kan noodzakelijk zijn voor de bouwkundige werken of de aanleg van de openbare nutsvoorzieningen. Bij bemaling moet volgens Vlarem minstens een melding van de activiteit gebeuren. Ze kan evenwel vergunningsplichtig zijn en zelfs merplichtig naargelang de ligging, de diepte van de grondwaterverlaging en het opgepompte debiet. De akte of vergunning moet verleend zijn door de bevoegde instantie vooraleer de bemalingswerken kunnen gestart worden.

In een aanvraagdossier voor een vergunning of melding moeten steeds de effecten naar de omgeving onderzocht worden, op basis van de gemodelleerde debieten en het bemalingsconcept, en moet steeds vermeld worden op welke manier zal omgegaan worden met het opgepompte bemalingswater (toepassing van de bemalingscascade). De bemalingsinstallatie dient geplaatst te worden door een erkend boorbedrijf.

 

INFILTRATIEVOORZIENING

Het perceel is groter dan 120 m², waardoor er verplicht een infiltratievoorziening aangelegd moet worden. De overloop van de hemelwaterput moet aangesloten worden op een voldoende ruim gedimensioneerde bovengrondse infiltratievoorziening.

 

Het ontwerp voorziet geen infiltratievoorziening.

 

Structuurkwaliteit en ruimte voor waterlopen

Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.

 

Overstromingen

Het projectgebied is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig. Er wordt geen effect op het overstromingsregime verwacht.

 

Waterkwaliteit

Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.

 

5.3. Conclusie

Er kan besloten worden dat voorliggende aanvraag de watertoets niet doorstaat.

6.       PROJECT-M.E.R.-SCREENING

De aanvraag heeft geen milieueffectrapport of project-MER-screening nodig.

 

7.       BEKENDMAKING

De aanvraag volgt de vereenvoudigde procedure en moest dus niet aan een openbaar onderzoek worden onderworpen.

 

Aangezien de vergunningsaanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom, werd met een beveiligde zending het standpunt van de eigenaars van de aanpalende percelen gevraagd. Er werden 2 bezwaren ingediend binnen de vervaltermijn van dertig dagen die ingaat op de dag na de dag van ontvangst van het verzoek om een standpunt.  

 

De bezwaren worden als volgt samengevat en besproken:

Hinder – hoogte aanbouw + zonnepanelen

De hoogte van de aanbouw (nl. 3,77 m gemeten vanaf maaiveld) en de zonnepanelen op dit nieuwe dak zullen voor hinder bij de aanpalenden zorgen. Er zal schaduwvorming ontstaan wat tot een vermindering aan lichtinval zal leiden bij de buren. Dit zal een negatieve impact hebben op de woonkwaliteit van de aanpalenden.

 

Het voorgestelde ontwerp voorziet in een gabarit dat niet in overeenstemming kan worden gebracht met de goede ruimtelijke ordening. In stedelijke gebieden wordt een scheidingsmuur met een hoogte van max. 3,50 m als algemene stedenbouwkundige norm aanvaard. Met deze regel tracht het stadsbestuur in een sterk verdichte omgeving uitbreidingsmogelijkheden te bieden terwijl de hinder voor de aanpalenden tot een aanvaardbaar minimum wordt beperkt. De scheimuur in kwestie wordt opgehoogd tot 3,77 m boven het nulpeil op het perceel. Daarnaast werden ook bezwaren hiertegen ingediend door de aanpalende buren. Bijgevolg kan niet akkoord gegaan worden met de ontworpen bouwhoogte. De geplande afwijking van de gangbare stedenbouwkundige hoogte op de perceelsgrenzen is gezien de negatieve impact ervan op de woonkwaliteit van de aanpalende bewoning niet in overeenstemming te brengen met de goede ruimtelijke ordening.

 

Hinder - warmtepomp

De voorziene warmtepomp achteraan in de tuin zal voor lawaaihinder zorgen. Dit zal een negatieve impact hebben op de woonkwaliteit van de aanpalenden.

 

De warmtepomp moet voldoen aan de geluidsnormen opgenomen in Vlarem II.

Er moeten steeds voldoende akoestische isolatiemaatregelen genomen worden om geluidshinder bij de buren te voorkomen.

 

Schade

Schade aan aanpalenden dient voorkomen te worden. Indien er toch schade wordt berokkend door de werken moet het duidelijk zijn wie de herstelkosten zal betalen.

 

Bij het uitvoeren van de werken dienen de nodige voorzorgsmaatregelen te worden genomen om schade aan aanpalenden te vermijden. De eventuele schade aan derden betreft echter een burgerrechterlijke materie. Het (laten) opmaken van een correcte plaatsbeschrijving is een goed instrument om eventuele schade nadien duidelijk te kunnen aantonen. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van de ingenieur, architect en betrokken aannemers.

 

8.       OMGEVINGSTOETS

 

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Voorliggende aanvraag heeft tot doel het verbouwen van een bestaande woning met het oog op het aanpassen ervan aan de hedendaagse comforteisen en het verbeteren van de woonkwaliteit.

De omvang van de geplande achterbouw is echter niet in overeenstemming te brengen met de goede ruimtelijke ordening. De nieuwe achterbouw wordt opgetrokken tot een niveau van ca. 3,77 m. De zijdelingse scheimuur (linker gemene muur) moet eveneens mee worden opgehoogd, wat een zeker verlies aan lichtinval op het aanpalende perceel tot gevolg heeft. Een dergelijke bouwhoogte op de perceelsgrens wijkt af van de stedenbouwkundig gangbare bouwhoogtes. Gezien de oorspronkelijke bouwhoogte op de perceelsgrens lager was en het bezwaar van de aanpalende buur met betrekking tot verlies van lichtinval, is een afwijking van de gangbare stedenbouwkundige hoogte niet te verantwoorden.

 

Verder wenst men ook een nieuw bijgebouw in de achtertuin te plaatsen. Het bijgebouw blijft beperkt in oppervlakte en valt binnen de gangbare normen qua hoogte. Door de inplanting van het bijgebouw ontstaat een restruimte waar men een warmtepomp wil plaatsen. Deze ruimte is weinig kwalitatief. Er wordt steeds gestreefd naar het voorzien van een aaneengesloten tuinzone. Met huidig ontwerp wordt de tuinzone versnipperd wat jammer is.

 

Tot slot wordt geen bovengrondse infiltratievoorziening geplaatst. In een nieuwe aanvraag zal er ook voldoende ruimte voor water op het perceel voorzien moeten worden.

 

Omwille van voormelde redenen kan de aanvraag vanuit het oogpunt van de goede ruimtelijke ordening niet worden aanvaard. De geplande uitbreiding heeft een negatieve impact op de aanpalende percelen.

 

9.       PLANTECHNISCHE OPMERKINGEN

De aangeleverde plannen bevatten onduidelijkheden met betrekking tot:

  • Gevelopeningen: de gevelopeningen worden niet correct ingetekend op de plannen. De opening in de binnenbuur verschilt ten opzichte van de opening in de buitenmuur. Het is hierdoor niet duidelijk hoe groot de raamopeningen zullen zijn. Zijn deze even groot zoals ingetekend op de gevelaanzichten? Er kan geen correcte beoordeling gemaakt worden op basis van de plannen.

Afbeelding met lijn, diagram, ontwerp, Parallel

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

Bij een nieuwe aanvraag dient rekening gehouden te worden met bovenstaande opmerking.


 

Milieuhygiënische en veiligheidsaspecten

Ten allen tijde moet voldaan worden aan de geluidsnormen opgenomen in Vlarem II.

Om de geluidshinder tot een minimum te beperken kunnen volgende milderende maatregelen genomen worden:

- Plaats het toestel op een plaats waar ze het minste overlast creëert voor derden

- Lokale akoestische afschermingen rond het toestel voorzien

- Processturing waarbij de ventilatortoerentallen in de nachtperiode worden beperkt tot 70 %.

Bij een erkend ‘milieudeskundige geluid en trillingen’ kan advies ingewonnen worden m.b.t. de controle van apparaten, akoestisch onderzoek, trillingsmetingen en het opstellen en begeleiden van saneringsplannen (https://www.vlaanderen.be/erkenning-als-milieudeskundige-geluid-en-trillingen).

 

CONCLUSIE

Ongunstig

De gevraagde omgevingsvergunning is milieuhygiënisch, stedenbouwkundig en planologisch NIET verenigbaar met de onmiddellijke omgeving, bijgevolg is het verslag ongunstig.

 

Volgende rubriek wordt ongunstig beoordeeld:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioningsinstallaties (van 5 kW tot en met 200 kW) | Luchtwaterwarmtepomp (8,3 kW): WP (binnen- en buitenunit) | Nieuw

8,3 kW

 

 

Waarom wordt deze beslissing genomen?

 

 

WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?

 

Het college van burgemeester en schepenen moet over de ingediende omgevingsvergunningsaanvraag een beslissing nemen.

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.

 

 

Communicatie

 

 

Bekendmaking
De beslissing wordt bekendgemaakt conform Titel 3, Hoofdstuk 9, Afdeling 3 van het Omgevingsvergunningsbesluit.

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsvergunning voor het energetisch renoveren van een eengezinswoning + het exploiteren van een warmtepomp aan mevrouw Anne Bruynseels gelegen te Maaltebruggestraat 25, 9000 Gent.


De rubriek voor de inrichting/activiteit Warmtepomp met inrichtingsnummer 20231103-0055 beslist het college als volgt:

 

Geweigerde rubriek:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioningsinstallaties (van 5 kW tot en met 200 kW) | Luchtwaterwarmtepomp (8,3 kW): WP (binnen- en buitenunit) | Nieuw

8,3 kW